EEN DOELVERMOGEN ?

Het Artikel 9bis van de Organieke Wet van de Nationale Bank van België:

” In het kader vastgesteld door Artikel 105(2) van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en door de artikelen 30 en 31 van het Protocol betreffende de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, worden de officiële externe reserves van de Belgische Staat aangehouden en beheerd door de Bank.
Deze tegoeden vormen een doelvermogen dat bestemd is voor de taken en verrichtingen die onder dit hoofdstuk vallen, evenals voor de andere opdrachten van algemeen belang die door de Staat aan de Bank zijn toevertrouwd. De Bank boekt deze tegoeden en de betreffende opbrengsten en kosten in haar rekeningen overeenkomstig de regels bedoeld in artikel 33. “

De Belgische Wetgever meent deze ingreep als volgt te moeten verantwoorden:

  • ” (..) de interpretatie bevestigen van sommige bepalingen betreffende het juridisch statuut van de Bank, haar emissierecht en de officiële wisselreserves van de Belgische Staat die ze beheert”,
  • ” de officiële externe reserves van het land (nvdr: van België dus) zijn een doelvermogen voor de NBB, worden “overeenkomstig internationaal algemeen aanvaarde principes” door een centrale bank slechts aangehouden en beheerd ten behoeve van het monetaire beleid, het wisselkoersbeleid en andere opdrachten van algemeen belang, (..) “

En om het helemaal af te ronden:

  • ” (..) de bedoeling van de ingreep van de Wetgever is “in het belang van de rechtszekerheid.”
1) De aanleiding voor deze ingreep door de Wetgever:

Er ontstaat een belangrijk (schuld)probleem in het vermogen van de Belgische Staat, en een econoom maakt misbruik van de onwetendheid en het vertrouwen van politiekers om aan dit probleem te verhelpen … met het vermogen van de Nationale Bank van België.

Op basis van zijn persoonlijke stelling (dat de goud- en deviezenreserves geen eigendom zijn van de aandeelhouders van de NBB) gaat men gemakkelijkheidshalve voorbij aan de enige waarheid (dat deze activa de uitsluitende eigendom zijn van de vennootschap NBB), en dus

worden ALLE officiële externe reserve-activa van België
een doelvermogen.
Worden zij activa van de Belgische Staat!

En dus kan de Belgische Wetgever het gedaan krijgen dat:

  • zonder dat er economisch ook maar iets wijzigt,
  • zonder ook maar enige compensatie, noch voor de vennootschap noch voor haar privé aandeelhouders,
  • zonder dat er zich ook maar één enkele boekhoudkundige registratie opdringt,

deze opmerkelijke evolutie in “het eigendomsrecht” over miljarden euro’s aan activa zo maar kan worden doorgevoerd.

Alleen de grondige herformulering in de jaarverslagen van de verbonden toelichtingen bij de betrokken balansposten volstond om deze nieuwe waarheid in te voeren.

2) Het absolute belang van de juiste terminologie

Het Internationaal Monetair Fonds (IMF)

Een organizatie van 190 aangesloten landen, opgericht in 1945.

Het IMF is een organisatie die de stabiliteit van het internationale monetaire systeem in de gaten houdt. Om deze stabiliteit te behouden en financiële crises te voorkomen, analyseert het IMF nationale, regionale en mondiale economische en financiële ontwikkelingen. Ook biedt het IMF hulp bij het beteugelen van economische crises.
Het IMF adviseert haar lidstaten over het te voeren financieel beleid. Daarnaast biedt het IMF tijdelijke financiële hulp om tekorten op de betalingsbalans van de lidstaten te corrigeren. Ook zorgt het IMF voor technische assistentie en training aan landen die hulp nodig hebben bij het opbouwen van betrouwbare financiële organisaties.

Het IMF bepaalt in een gids o.a. welke activa als de “officiële externe reserve-activa” van een land kunnen worden beschouwd, en aan welke voorwaarden die activa hiertoe moeten voldoen.
“International reserves and foreign currency liquidity” – Guide-lines for a data template (2013):

  • De officiële externe reserves bestaan uit de goudvoorraad, speciale trekkingsrechten (SDR’s), de reservepositie in het IMF, en andere reserves.”
  • ” Monetair goud, speciale trekkingsrechten en reserveposities in het IMF worden beschouwd als reserves omdat ze onvoorwaardelijk toebehoren aan de monetaire autoriteiten en onmiddellijk beschikbaar zijn. “
    (” In general only external claims actually owned by the monetary authorities are regarded as reserve assets.”)

Het onderscheid: “Van België” versus “Van de Belgische Staat”.

De monetaire autoriteit van België is haar centrale bank, de Nationale Bank van België.

  • Belgie (of indien men de voorkeur wil geven aan de Belgische Staat) is lid van het IMF in naam,
  • de officiële externe reserve-activa van de lidstaat België
  • zijn de onvoorwaardelijke eigendom van de monetaire autoriteit van België,
  • de goud- en deviezenvoorraden en de vorderingen op het IMF zijn de uitsluitende en volstrekte eigendom van de Nationale Bank van België.

Gewoon omdat dit een voorwaarde is vanwege het IMF om als officiële externe activa te worden beschouwd, maar ook omdat we onbetwistbaar gaan aantonen dat dit de enige werkelijke waarheid is.

3) De officiële externe reserve-activa zijn NIET de eigendom van de Belgische Staat.
  • De activa van de Nationale Bank van België, welke (indien correct) worden omschreven als “de officiële externe reserve-activa van België”, werden verworven met het vermogen van de vennootschap zelf,
  • De bepalingen en definities van het Internationaal Monetair Fonds laten geen andere mogelijkheid,
  • Net zomin als de uitgangspunten inzake financiële administratie van de ECB,
  • De vergelijkbaarheid tussen de verschillende Nationale Centrale Banken: zijn De Nederlandsche Bank en de Deutsche Bundesbank niet de enige eigenaar van de officiële externe reserve-activa welke zij ophun eigen balans tot uiting brengen?
  • De eerdere Wetteksten, waarin de Belgische Wetgever zelf op ondubbelzinnige wijze expliciet heeft gesteld dat de officiële externe reserve-activa uitsluitend het eigen bezit zijn van de Nationale Bank van België,
  • De feiten en de tegenstrijdigheid in de financiële rapportering van de Nationale Bank van België zelf.
4) “Aanhouden en beheren“: geen “volstrekte eigendom” ?

Is er voor een vennootschap één andere activapost die meer als een eigen actief kan worden beschouwd dan de “eigenmiddelenportefeuille”?
Zelfs de Nationale Bank van België laat geen enkele twijfel omtrent de Statutaire Portefeuille, de portefeuille waarin het kapitaal en de reserves worden belegd.

Wanneer de ECB zelf het op  een  identieke  manier stelt dat zij haar  externe  reserve-activa “aanhoudt en beheert, net zoals zij haar  eigenmiddelen-portefeuille  (de tegenpost  van  haar eigen kapitaal en reserves) “aanhoudt en beheert”, dan betekent deze omschrijving ook voor de ECB niets anders dan dat ook de officiële externe reserve-activa haar uitsluitende en volstrekte  eigendom zijn.

5) “Een doelvermogen” ? Een beperking van het eigendomsrecht?

Een ” doelvermogen “:
Een definitie voor dit ingevoerde, open gelaten begrip:

Een vermogen dat met een bepaald doel wordt afgescheiden van het eigen vermogen. Dit gebeurt via een rechtsvorm.
Meestal worden vanuit een doelvermogen uitkeringen verstrekt aan personen.
Voorbeelden van doelvermogen: (family)-trusts. ”

  • Bij de oprichting van de Europese Centrale Bank hebben alle NCB’s, waaronder de Nationale Bank van België, een deel van hun eigen officiële externe reserve-activa overgedragen aan de ECB. Noem het “een inbreng in natura”,
  • Deze afgestane officiële externe reserve-activa verdwenen van de eigen balansen van de NCB’s, en voor de afgestane tegenwaarde werd een (rentedragende) vordering op de ECB gecreëerd. Waardoor het actief op de balans van de NCB in omvang ongewijzigd bleef, enkel de samenstellende componenten waren veranderd,
  • De overgedragen officiële externe reserve-activa van de respectievelijke lidstaten werden als een volwaardig actief op de balans van de ECB tot uiting gebracht: de ECB werd er de enige en volstrekte eigenaar van, alle risico’s, opbrengsten en verliezen waren voortaan uisluitend toe te rekenen aan haar eigen vermogen.
  • Als oorsprong van dit belegd vermogen brengt de ECB (op het passief van haar balans) een schuld ten overstaan van de overdragende NCB tot uiting,
  • Elke NCB (waaronder de NBB) heeft dus een deel van haar (belegd) vermogen overgedragen aan de ECB (een rechtsvorm met een eigen afgescheiden vermogen), die deze (overgedragen) officiële externe reserve-activa van de lidstaten verder zal “aanhouden en beheren” voor haar opdrachten in het algemeen belang van de aangesloten lidstaten, namelijk:
  • de uitvoering verzekeren van de taken die haar werden opgelegd en werden vervat in het Artikel 3 van de Statuten van de ECB (artikel 127 lid 2 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie).
  • Men kan hier dus spreken over “een doelvermogen” dat beantwoordt en invulling geeft aan de verschillende elementen en voorwaarden van de bovenstaande definitie, ook al omdat
  • De ECB alle eventuele winsten (meerwaarden en andere opbrengsten) welke zij realiseert op dit doelvermogen, uitkeert … aan haar eigen aandeelhouders (zijnde de NCB’s) !!
    • Aanvullend:  De ECB erkent op haar eigen balans een schuld aan de NCB’s, NIET aan hun respectievelijke Soevereine Staat.
      De rente die zij betaalt over deze schulden aan de NCB’s maken gewoon onderdeel uit van de rentebaten van de Nationale Bank van België, en is onderdeel van haar te bestemmen jaarwinsten.
      Logisch: het zijn immers de NCB’s die de juridische en volwaardige eigenaars zijn van de overgedragen activa.

Op deze manier valt het geïmporteerde begrip “doelvermogen” wel te begrijpen.

MAAR:
Een dergelijke vergelijkbare overdracht van vermogen, vanwege de Belgische Staat naar de Nationale Bank van België toe, HEEFT NOOIT plaatsgevonden !

  1. de officiële externe reserve-activa van de NBB werden verworven met haar eigen vermogen !
  2. een dergelijke overdracht zou ALTIJD een boekhoudkundige registratie vereisen:
    • ofwel heeft de Belgische Staat vermogen ter beschikking gesteld, en zou de NBB deze schuld op (het passief van) haar balans tot uiting moeten brengen. QUOD NON !!
    • ofwel werden deze reserve-activa door de Belgische Staat verworven en overgedragen aan de NBB (cfr. NBB – ECB), en dan zou dergelijke overdracht op dezelfde manier boekhoudkundig worden geregistreerd. QUOD NON !!

De resterende officiële externe reserve-activa van België, welke de NBB met haar eigen vermogen heeft verworven en als een volstrekte eigendom op het actief van haar eigen balans tot uiting brengt,
kunnen dan wel een zelfde doel (van algemeen belang) moeten dienen, doch het zijn en blijven eigen activa, verworven met eigen vermogen, en alle verdere risico’s en opbrengsten horen enkel het vermogen van de NBB zelf toe!
En dus uiteindelijk NIET alleen de Belgische Staat, doch WEL uitsluitend al haar aandeelhouders!

Het nalezen van de besprekingen en “argumentering” in het Parlement, afgezet tegen de enige werkelijk geldende regels en definities vanwege het IMF en de ECB loont werkelijk de moeite. Het toont duidelijk aan hoe vindingrijk en fantasievol onze beleidsverantwoordelijken tewerk kunnen gaan wanneer er zich “speciale” en belangrijke situaties voordoen. En hierbij worden geholpen door “niet echt onderlegde verkozen vertegenwoordigers van het volk” …

6) De verbonden risico’s en resultaten zijn voor rekening vanDe Belgische Staat ?

De officiële externe reserve-activa van de Nationale Bank van België zijn het geheel van de volgende componenten:

  • de goudvoorraad en goudvorderingen
  • de deviezenvoorraad
  • de vorderingen op het IMF

Alle opbrengsten, meerwaarden, kosten en verliezen verbonden aan deze activa zijn voor rekening van de Natonale Bank van België. Zij worden opgenomen in het jaarresultaat, zullen de jaarwinsten van de vennootschap doen toenemen of verminderen. De opbrengsten worden niet ontvangen voor rekening van de Belgische Staat, niet afgezonderd en niet gewoon doorgestort aan de Staat (zoals dit het geval zou zijn mocht deze inderdaad de eigenaar zijn van deze activa).

Zelfs alle meerwaarden en opbrengsten van de goudvoorraad, gerealiseerd via transacties welke niet uitdrukkelijk door het Artikel 30 van de Organieke Wet worden geregeld, maken onderdeel uit van de door het bestuur vrij te bestemmen jaarwinsten van de NBB.

Uitsluitend die meerwaarden die worden gerealiseerd via arbitragetransacties naar andere officiële externe reserve-activa, worden verplicht gereserveerd in een onbeschikbare reserverekening.
Deze balansrubriek wordt door de NBB nu ook erkend als toe te rekenen tot haar eigen vermogen (en niet als een – uitgestelde – schuld aan de Belgische Staat).

7) Er is GEEN ENKELE betwisting mogelijk !!

Minstens uit de jaarverslagen van de NBB blijkt dat deze activa toch niet altijd de eigendom zijn geweest van de Belgische Staat. Op welke manier en wanneer zijn zij de eigendom geworden van de Belgische Staat? En wanneer werden zij als een doelvermogen overgedragen aan de Nationale Bank van België?
Gewoon, door als Wetgever een Artikel 9bis in de Organieke Wet in te lassen? De “interpretatie te bevestigen van enkele belangrijke juridische begrippen”, om te verhelpen aan een moeilijke situatie en om de noodzakelijke rechtszekerheid te garanderen?

De enige correcte omschrijving voor deze activa is:

De officiële externe reserve-activa van België
zijn de volstrekte en uitsluitende eigendom van de centrale bank.

Taalpurist (voormalig) Minister van Financiën Koen Geens maakt dit duidelijk. Waarschijnlijk noodgedwongen, door de situatie …

De Wet van 19 juni 1959:
” (..) De Nationale Bank van België zal eveneens in haar geschriften, als eigen bezit, de schuldvordering mogen boeken die de Belgische Staat heeft op het Internationaal Muntfonds tot terugbetaling van zijn quotum, als lid van het fonds, en dit ten belope van de biljetten die werden uitgegeven, de kredieten die werden verleend of de bedragen goud die werden gestort door de Nationale Bank ten gunste van het fonds, tot ontlasting van de Staat. (…) De Belgische Staat blijft lid in naam en oefent, voor rekening van de Nationale Bank, de rechten uit waarin deze is gesubrogeerd. “

Het jaarverslag van de Nationale Bank van België (1959):

” Ten gevolge van die wijziging heeft de Bank de vordering van de Staat op het Fonds voortvloeiend uit de Belgische deelneming, als haar eigen tegoed geboekt ten belope van de verrichte stortingen in goud en in rekening-courant. Voor de uitvoering van die overname betaalde zij de Staat de tegenwaarde van de reeds gestorte bedragen (..) ”
– en ook –

Goud en netto deviezenvoorraad: (..) en die de Bank krachtens de Wet van 19 juni 1959 in haar boekhouding mocht aantekenen, als eigen bezit, ten belope van de biljetten die werden uitgegeven, de kredieten die werden verleend of de bedragen goud die werden gestort door de Bank ten gunste van het Fonds en tot ontlasting van de Staat. (…) Anderdeels heeft de Bank in naam, voor rekening en ter ontlasting van de Staat, doch met eigen middelen, aan het Monetair Fonds frank 1,5 miljard gestort, dit is de bijkomende inschrijving die in goud aan het Fonds moest betaald worden en (…). ”

En dus kan men toch moeilijk rond bepaalde feiten heen:

Memorie van Toelichting (DOC 53 3251/001):

De goudvoorraad van het IMF wordt ingeschreven op de algemene middelenrekening van het Fonds, meer bepaald de reservetranche. (..) De reservetranche wordt gefinancierd door de Nationale Bank van België (NBB). (…) Aangezien de (door het IMF) verkochte goudvoorraad deel uitmaakte van de reservetranche van het IMF en de NBB het Belgische deel van de reservetranche financierde, kunnen de dividenden niet rechtstreeks aan de Belgische Staat worden gestort, maar moeten zij worden uitbetaald aan de NBB. Deze dividenden maken dan deel uit van de winsten van de NBB, waarvan een deel toekomt aan de Belgische Staat.
– en ook –

” Het schema voor het terugstorten van het dividend uit de winst van de goudverkoop dat aan België zal worden uitbetaald door het IMF zou er dan als volgt uitzien: het IMF betaalt het dividend aan de NBB, de NBB keert een deel van zijn winst (waaronder dat dividend) uit aan de Staat, (..)


SAMENGEVAT:

De Nationale Bank van België maakt een deel van HAAR EIGEN goudvoorraad over aan het Internationaal Monetair Fonds (en betaalt MET EIGEN middelen de Staat terug voor alle eerder gedane stortingen).
De vorderingen op het IMF zijn EIGEN BEZIT van de Nationale Bank van België, EIGEN ACTIVA welke zij op haar balans tot uiting brengt: wanneer het IMF beslist tot uitkeringen (dividenden, opbrengsten op deze vorderingen), dan kan het IMF niet anders dan deze opbrengsten uitkeren aan de eigenaar van die vorderingen.
En die eigenaar IS NIET de Belgische Staat !!

De opbrengsten op deze activa maken onderdeel uit van de jaarwinsten van de Nationale Bank van België, en de Belgische Staat kan enkel – als één van de aandeelhouders – aanspraak maken op het dividend welke de Regentenraad beslist uit te keren !! En wanneer deze beslist om geen winstuitkeringen te doen, dan worden de volledige opbrengsten van deze officiële externe reserve-activa gewoon toegevoegd aan de beschikbare reserve (eigen vermogen, uiteindelijke eigendom van ALLE aandeelhouders)!
De vorderingen op het Internationaal Monetair Fonds zijn slechts één onderdeel van de “officiële externe reserve-activa van België” !!

En de logische vragen dus:

Indien “de oficiële externe reserve-activa” inderdaad de eigendom zouden zijn van de Belgische Staat, zoals het Artikel 9bis dit bepaalt: hoe zou “het schema voor de uitkering van dit dividend van het IMF” er dan hebben uitgezien?
Zou de Belgische Staat deze opbrengsten dan hebben gedeeld met de particuliere minderheidsaandeelhouders?
Aandeelhouders die zogenaamd GEEN ENKEL recht kunnen laten gelden op de officiële externe reserve-activa (en dus logischerwijze ook niet op hun opbrengsten) !!

En dus heeft toenmalig Minister Geens het heel correct over

  • ” De oplossing bestaat erin dat de winst als dividend wordt uitgekeerd aan de lidstaten. (..) Het aandeel van België hierin bedraagt 13,54 miljoen STR.” – en ook –
  • ” (..) kunnen de dividenden niet rechtstreeks aan de Belgische Staat worden gestort, (..) ” – en veelvuldig –
  • ” (..) dat België (..)” en “(..) voor België (..)” en “(..) het bedrag dat de Belgische Staat effectief ontvangt.”

Het fundamentele onderscheid tussen “van de Belgische Staat” en “van België” is bij onze wetgever heel duidelijk gekend.
Waarom herstelt men de tekst van het Artikel 9bis dan niet?
Naar: ” (..) worden de officiële externe reserves van België (..) ” ??

Worden op die manier de werkelijke eigendomsrechten over “het doelvermogen” te transparant en te duidelijk omschreven ??

Het is ook voor de rechtszekerheid van onze centrale bank zelf, maar vooral ook voor haar particuliere minderheidsaandeelhouders, van essentieel belang dat bepaalde juridische termen op een correcte manier worden geïnterpreteerd!

De Belgische Wetgever blijkt in 2002 (noodgedwongen) veel te snel te hebben gereageerd, en toonde zich hierbij nogal “kort van memorie”. Gezien de eerdere wetteksten welke zelf werden afgeleverd, waarin één en ander nochtans heel duidelijk en expliciet werden verklaard. Nood breekt wet?
U vindt enkele van die duidelijke wetteksten op die pagina.

Elke poging vanwege de NBB om de bepaling van het Artikel 9bis in te roepen om de eigendomsrechten voor haar zelf, of voor haar aandeelhouders, te beperken kan niet anders worden omschreven als:

MISLEIDING EN BEDROG !!

Hoe is het mogelijk dat rechters dit verhaal zo lichtzinnig hebben overgenomen? Op basis van welke gefundeerde gronden hebben zij dergelijk belangrijke vonnissen geveld?