Recent is er nogal wat te doen omtrent de goudvoorraad van de Banca d’Italia.
Vice-premier Matteo Salvini denkt erover om, op aangeven van de Vijfsterrenbeweging, een deel van de goudvoorraad van Italië te verkopen. Dit om dreigende btw-verhogingen te vermijden.

Net als in België dreigt het Italiaanse parlement dus het vermogen van de centrale bank over te willen hevelen naar de schatkist.
De eigendomsrechten over de Italiaanse goudvoorraad zijn statutair duidelijk omschreven: de eigendomsrechten van de hoofdzakelijk privé aandeelhouders zijn beperkt tot het kapitaal van de centrale bank en een maximaal dividend van 6% van dat kapitaal. De goudvoorraad is echter, zoals bij elke Nationale Centrale Bank van het ESCB de volstrekte eigendom van de centrale bank zelf!
Bijgevolg komt het de Banca d’Italia zelf toe te beslissen tot een verkoop van het goud, of niet!
Met andere woorden: het gaat hem hier NIET over “de officiële externe reserves van de Italiaanse Staat”, doch WEL over de Italiaanse officiële externe reserves.
De eerste betreft een rechtspersoon, bij de tweede gaat het over een land …

De ingreep van de Wetgever om via de wet van augustus 2002 retro-actief het Artikel 9bis in de Organieke Wet op te nemen was niets anders dan paniekvoetbal.
Op deze manier werden de officiële externe reserves van België deze van De Belgische Staat!
De ingreep was dringend nodig om aan de zware gevolgen van gerechtelijke procedures te kunnen ontsnappen. Wat gelukt is, een aangrijppunt waar rechters dankbaar gebruik hebben van gemaakt.
De historische waarheid zegt echter anders, de samenhang met de rest van de Organieke Wet is verloren gegaan en aan de voorwaarden van het IMF en de Richtsnoeren van de ECB wordt blijkbaar niet langer beantwoord. In de feiten wel, volgens de actuele bepaling in de Statuten, Organieke Wet en in de toelichtingen van het jaarverslag niet.
Niets is zo moeilijk als op een consequente manier blijven liegen.