
Ondanks alles hebben de privé aandeelhouders van de Nationale Bank van België nog altijd het respect en het vertrouwen in de gerechtelijke instanties van ons land behouden. We kunnen, op dit punt gekomen, echter geen ander besluit trekken dan dat deze belangrijke en moeilijke strijd vooral zal moeten worden verder gezet voor ons Parlement.
Er werden reeds talrijke gerechtelijke procedures gevoerd, voor verschillende gerechtelijke instanties. Al die procedures hadden slechts één doel.
De meerderheidsaandeelhouder van de Nationale Bank van België heeft bij herhaling (o.a.) zijn wetgevende macht misbruikt, telkens met als doel (minstens als resultaat) de statutaire privé eigenaars van deze beursgenoteerde naamloze vennootschap hun evidente (eigendoms)rechten ofwel te ontnemen ofwel op een niet te verantwoorden manier in te perken.
Gezien deze talrijke tussenkomsten vanwege de Wetgever was de opdracht voor onze gerechtelijke instanties niet altijd eenvoudig te noemen, en soms ontbrak er waarschijnlijk ook wel eens de noodzakelijke deskundigheid in deze toch al niet zo eenvoudige materie. En hier of daar ontbrak er wellicht ook wel wat onafhankelijkheid, of het nodige respect voor de privé aandeelhouders die voortdurend werden afgeschilderd als goudrovers of plunderaars van de schatkist …
Het zal uiteindelijk blijken dat onze gerechtelijke instanties zich in hun beoordeling hebben vergist van partij. De Belgische Staat, met de volle medewerking van het bestuur van de Nationale Bank van België, noemen zich “de dienaars van het algemene belang” en beschouwen zich als de vermeende winnaars van al die voorbije rechtszaken. We stellen echter vast dat elke transparantie wordt geweigerd, geen enkele effectieve controle wordt aanvaard, en uiteindelijk vele miljarden euro’s eigen vermogen van de vennootschap NIET naar de privé aandeelhouders werden versluisd doch wel naar de Schatkist van de meerderheidsaandeelhouder van de NBB.


Vroegere Gouverneurs van de Nationale Bank van België hebben er zich (zelfs in de media) op beroemd dat zij als econoom het vertrouwen hadden van de verkozen vertegenwoordigers van het volk, die zelf onvoldoende economisch geschoold waren waardoor hun ondeskundigheid en het gestelde vertrouwen eenvoudig kon worden misbruikt om “het doel” te bereiken.
De goudverkopen (en de overdrachten van de gerealiseerde meerwaarden uitsluitend aan de meerderheidsaandeelhouder, de Belgische Staat) en het invoeren van het Artikel 32 (in 2009) zijn de belangrijkste “realisaties” in dat verband.
De privé minderheidsaandeelhouders van de Nationale Bank van België worden tot op vandaag nog steeds geconfronteerd met de gevolgen van deze “bestuursdaden in het algemeen belang”.
Vandaag is deze noodzakelijke (economische en juridische) deskundigheid WEL aanwezig in ons Parlement. En zal het WEL correct worden ingeschat dat de actuele situatie rond onze beursgenoteerde centrale bank alles behalve OK is, en kunnen uitgroeien is tot een werkelijk schandaaldossier.
De eerste noodzakelijke initiatieven worden nu genomen om te vermijden dat de toestand nog dramatischer kan worden. Er ligt werkelijk heel wat werk op de plank voor de Commissie Financiën en het Parlement.
Wij rekenen er als minderheidsaandeelhouders (en als burgers) op dat de initiatiefnemers, over alle partijen heen, snel de nodige ondersteuning vinden om tot een situatie te komen vergelijkbaar met deze van ons buurland Nederland en haar De Nederlandsche Bank.
Het beloofde herstel van vertrouwen in “de politiek” komt niet vanzelf.
Vertrouwen moet men verdienen, en via dit symbooldossier rond de belangrijkste vennootschap van ons land krijgen onze verkozen vertegenwoordigers van het volk alle kansen om zich te bewijzen!
De uiteindelijke doelstelling van het Parlement mag niets minder zijn dan tot een vergelijkbare situatie te komen dan ons buurland Nederland, in haar eigen relatie tot haar eigen nationale centrale bank De Nederlandsche Bank. Het “sui generis (boekhoudkundig) rechtskader” van de Nationale Bank van België mag niet langer een schaamlap zijn om totaal ongecontroleerd en zonder enige transparantie ongestoord om het even wat te kunnen doen, zonder enig respect voor de eigen statuten noch voor de eigen wetten van dit land.
Wat er allemaal fout zit en werd aangeklaagd staat reeds beschreven op de pagina omtrent de procedure voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Er is nog wel meer dan dat, maar het Parlement zal deze inbreuken en tekortkomingen waarschijnlijk meenemen in haar globale rechtzetting.
Na vele jaren van (juridsche) strijd is dit dossier uiteindelijk in het Parlement geraakt. De manier waarop zal hierna worden beschreven:
Omdat enerzijds de aangeklaagde feiten verschillende domeinen bestrijken, en anderzijds het verdere verloop van het parlementair werk op dit moment onmogelijk kan worden ingeschat, zal hierna een (aan te vullen) overzicht worden gegeven van alle (bijkomende) evoluties en initiatieven.
HET OVERZICHT VAN DE VERSCHILLENDE ACTIES – IN DE COMMISSIE FINANCIËN – IN HET PARLEMENT

Het Artikel 32, en vooral de manier waarop de Regentenraad deze (bewust) gebrekkig opgestelde wettekst interpreteert om de jaarlijkse winstverdeling sedert 2009 te regelen, zijn het eerste concrete aangrijpingspunt voor het Parlement.

De werkelijk moeilijke weg naar het “Paleis der Natie” werd reeds beschreven. Het enige concrete resultaat schijnt te zijn dat onze verkozen “vertegenwoordigers van het volk” het voorgelegde dossier hebben kunnen beoordelen, wel begrijpen hoezeer het fout zit, maar dat men beslist er toch niets concreet mee te gaan doen.
Een nagenoeg totaal gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel en betrokkenheid lijkt te gaan resulteren in een verder toedekken van deze overduidelijke stinkende beerput. Ondanks de dramatische financiële actualiteit omtrent de NBB, ondanks de milljardengevolgen voor zowel onze centrale bank als voor haar weerloze privé aandeelhouders ….