
In 2020 startte de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) toezichtacties op met betrekking tot de financiële verslaggeving van Keyware, waarna het besliste een dossier over te maken aan de gerechtelijke autoriteiten in verband met transacties tussen Keyware Technologies en ondernemingen verbonden met haar CEO, Big Friend NV, vertegenwoordigd door Stéphane Vandervelde.
uw Aandacht voor:
- de “beurswaakhond” vervult bij het beursgenoteerde Keyware WEL zijn opdracht, neemt wel zijn verantwoordelijkheid. En stoot op onregelmatigheden, waardoor een gerechtelijk dossier werd opgestart,
- de aanklacht: “Er stroomde zonder afdoende verantwoording geld naar de topman en aan hem gerelateerde bedrijven”, en “Er is sprake van uitgaven door Keyware waarvoor geen of onvolledige verantwoording was“.
- Men stelt vragen naar de rol en verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur, men heeft het over de regels en principes van goed bestuur.
WAAROM DIT ” DOSSIER KEYWARE ” BESPREKEN OP EEN WEBPAGINA ROND DE NBB-PROBLEMATIEK ?

Wel, de reden is eigenlijk heel simpel. Dramatisch, maar simpel:
DE NATIONALE BANK VAN BELGIË WORDT NIET DOOR DE FSMA, NOCH DOOR ENIGE ANDERE (ONAFHANKELIJKE) INSTANTIE GECONTROLEERD!!
Het onwaarschijnlijke feit dat een beursgenoteerde naamloze vennootschap, die beroep heeft gedaan op het openbaar spaarwezen en 50% particuliere minderheidsaandeelhouders heeft, DOOR NIEMAND op een ernstige en afdoende manier wordt gecontroleerd, is werkelijk onaanvaardbaar.
Het herstel van het recht op een betrouwbare waarheidsgetrouwe financiële informatie, welke dus ook gecontroleerd wordt door zowel een onafhankelijke toezichthouder FSMA als door een onafhankelijke externe revisor vormt het belangrijkste strijdpunt van onze acties.
En dus zal (zware) fraude, bijvoorbeeld zoals deze zich voorgedaan heeft bij Keyware, bij de Nationale Bank van België ongestoord kunnen worden verder gezet!
GEEN TRANSPARANTIE + EEN “SUI GENERIS” RAPPORTERING + GEEN CONTROLE = ONVERMIJDELIJK FRAUDE !!

vragen aan de toezichthouder FSMA en AAN onze “beleidsverantwoordelijken”:
- Indien ook Keyware was vrijgesteld geweest van de controle vanwege de toezichthouder FSMA: op welke manier zou men de fraude hebben opgemerkt? Op welke manier had men de kleine beleggers in Keyware kunnen beschermen tegen ergere situaties nog?
- Het afleiden van vennootschapsgelden naar een CEO, bestuurder of een (meerderheids)aandeelhouder , zonder (toereikende of volledige) maar zeker in het geval van valse verantwoording of toelichting, verdient toch altijd een afdoende onafhankelijke controle? Een dwingende tussenkomst, en indien nodig nog meer ..?
IS CONTROLE NIET DE ENIGE MANIER OM TE VERMIJDEN DAT DERGELIJKE FEITEN UITEINDELIJK UITMONDEN IN TOESTANDEN ALS NYRSTAR? WIRECARD? LERNOUT & HAUSPIE? …

BIJ DE NATIONALE BANK VAN BELGIË LEIDT DE REGENTENRAAD (DE RAAD VAN BESTUUR) SEDERT 2016 JAARLIJKS (TELKENS VOOR HONDERDEN MILJOENEN EURO’S) EIGEN VERMOGEN AF NAAR DE SCHATKIST VAN DE MEERDERHEIDSAANDEELHOUDER,
ZONDER HIERBIJ ENIGE TOELICHTING TE GEVEN,
ERGER NOG: ONDER EEN VALSE ARGUMENTERING.
ER IS SPRAKE VAN UITGAVEN DOOR DE NBB WAARVOOR GEEN ENKELE VERANTWOORDING IS !!

Immers, de Regentenraad past bij de winstverdeling het Artikel 32 van de Organieke Wet toe, welke haar toelaat om (in alle onafhankelijkheid) “het saldo van de jaarwinst” over te maken aan de Belgische Staat.
Deze mogelijkheid mocht echter geenszins als een “blanco cheque” worden beschouwd, gezien de statutair verankerde eigendomsrechten van de aandeelhouders van de vennootschap. Integendeel: de Wetgever heeft alle verantwoordelijkheid bij een onafhankelijke Regentenraad gelegd om te waken over de financiële belangen van zowel de vennootschap als van haar eigenaars!
Volgende feiten maken het duidelijk dat de Regentenraad zich nu WEL bedient van een valse verantwoording, en gewoonweg weigert elke noodzakelijke toelichting te geven waarom zij toch enorme delen van de jaarwinsten blijft onttrekken aan een winstverdeling waarbij men WEL rekening zou houden met de bepalingen van het Artikel 4 van de eigen Statuten.
Volgende synthese maakt duidelijk dat de Regentenraad (reeds jaren) elke wet en elke regel van goed bestuur gewoon naast zich legt. “De wet is de wet”, die geldt voor alle anderen, en een wet dient ervoor om die naast zich te leggen. Het credo van de NBB …
- Het gaat er dus om, EN SLECHTS OM, de Staat verlener, en aldus, de collectiviteit van burgers die hij vertegenwoordigt, de correcte vergoeding te verzekeren voor het zo aan de centrale bank verleende privilege, waarvan de uitoefening specifieke inkomsten genereert, SEIGNEURIAGE genaamd.
Bron: Wetsontwerp Doc 52 (1793/01) pag. 6 (in antwoord op de Raad van State) - ” In de veronderstelling dat de verzoekende partijen, anders dan andere aandeelhouders van naamloze vennootschappen, worden geraakt in hun vermogensrechten als aandeelhouders van de NBB en, zodoende, in hun recht op ongestoord genot van eigendom zoals gewaarborgd bij artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, dient te worden opgemerkt dat de wetgever te dezen een oogmerk van algemeen belang nastreeft dat erin bestaat DE « SEIGNEURIAGE» – inkomsten van de Belgische Staat in verhouding tot het emissie-privilege van de NBB binnen het ESCB te waarborgen , en dat (…) “.
Bron: Het Grondwettelijk Hof (GwH 23 juni 2010, nr. 74/2010) B.23. (pagina 29 – 30
De Wetgever heeft heel duidelijk gesteld wat de uitsluitende bedoeling van het Artikel 32 was, dat de Regentenraad GEEN blanco cheque kreeg, en het Grondwettelijk Hof heeft dit onbetwistbaar bevestigd. Het is de Nationale Bank van België zelf die duidelijk maakt wat “de seigneuriage” inhoudt, en hoe deze wordt verdiend en verdeeld:
- ” (..) Voor de centrale banken zijn bankbiljetten passiva waarvoor geen rente wordt vergoed. Als tegenpost houden ze rentegevende of productieve activa aan.
De inkomsten uit die activa worden “seigneuriage-inkomsten” genoemd.”
” Zij worden samengevoegd op het niveau van het Eurosysteem en herverdeeld tussen de centrale banken van het Eurosysteem op basis van hun respectieve aandeel in de emissie van de eurobiljetten.”
Bron: Jaarverslag NBB van 2018 (pagina 60 en 61): “2.1.2.1.2 Rentevoetrisico’s en risico’s verbonden aan het volume van de rentegevende activa”
- “(..) Bovendien houden de ECB en de NCB’s van het Eurogebied samen de activa aan die de tegenpost vormen van de biljetten die in omloop werden gebracht.
Zodoende heeft de NBB haar aandeel in de winstverdeling of seigneuriage die eruit voortvloeit, volgens de verdeelsleutel van het kapitaal van de ECB. (..)”
Bron: Webpagina van de NBB / FAQ: “Wat is de bestaansreden van de NBB in de Europese Monetaire Unie?”
In de Memorie van Toelichting heeft de Wetgever het zelf over “een fundamenteel onderscheid tussen de vergoeding van het kapitaal en de seigneuriage”. Ofwel dus tussen de jaarwinsten van de centrale bank (wat zij verder in de Memorie van Toelichting zelf benoemt als “de relatie Nationale Bank – aandeelhouders, inclusief, sinds 1948, de Staat) en de seigneuriage (de relatie centrale bank – soevereine Staat).

Er kan slechts één conclusie worden gemaakt:
- Sedert 2016 verdient het ESCB geen enkele euro seigneuriage meer, wordt er tussen de NCB’s (waaronder de Nationale Bank van België) geen enkele euro seigneuriage verdeeld. Onbetwistbaar!
- en dus kunnen DE « SEIGNEURIAGE» – inkomsten van de Belgische Staat in verhouding tot het emissie-privilege van de NBB binnen het ESCB te waarborgen onmogelijk groter zijn dan de seigneuriage welke de Nationale Bank van België zelf verdient of vanuit het ESCB toebedeeld krijgt,
- en dan kan de Regentenraad, gezien het erkende essentiële onderscheid tussen de seigneuriage en de vergoeding van het kapitaal enerzijds, en de uitsluitende bedoeling van de Wetgever anderzijds,
- onmogelijk “een saldo van de jaarwinst” met deze verantwoording overmaken aan andere partijen dan de aandeelhouders van de vennootschap, waaronder (doch voor slechts 50%) de Belgische Staat.
De Regentenraad heeft sedert 2016 “een saldo van de jaarwinsten” voor 1.497.231.000,00 euro overgemaakt aan de Belgische Staat, willekeurig bepaald en zonder enige toelichting, doch onmogelijk als “de correcte en eerlijke vergoeding voor de seigneuriage”.

En dus de dwingende vragen vanwege de minderheidsaandeelhouders van de NBB aan de toezichthouder FSMA:
- Waarom wordt elke andere beursgenoteerde vennootschap (terecht) WEL heel hard aangepakt voor fraude van enkele miljoenen euro’s,
- en waarom blijft het bestuur van de eveneens beursgenoteerde Nationale Bank van België totaal ongemoeid,
- ondanks herhaaldelijk aandringen vanwege de weerloos gemaakte minderheidsaandeelhouders, ondanks hun schreeuwen om bijstand tegen deze fraude?
- waardoor deze bankroof gewoon ongestoord kan worden verder gezet?
- Worden de minderheidsaandeelhouders van deze vennootschap als minderwaardig beschouwd? Zijn zij de enige kleine beleggers die geen enkele bescherming verdienen?
- IS DE VALSE VERANTWOORDING VANWEGE DE REGENTENRAAD (GOED VOOR 1,5 MILJARD EURO) MINDER ERG DAN DE AANGEKLAAGDE HANDELSWIJZE VANWEGE KEYWARE ??
Heeft men bij Keyware de grote fout gemaakt door geen verantwoording te geven voor het afleiden van vennootschapsgelden?
Hadden zij beter gewoonweg een VALSE ARGUMENTERING moeten opgeven?
DE VOORZITTER VAN TOEZICHTHOUDER FSMA ZIET GEEN ENKELE VERANTWOORDELIJKHEID


En dus laat het FSMA het bestuur van deze beursgenoteerde naamloze vennootschap ongestoord verder doen. Welke signalen zij ook moge opvangen, hoeveel vragen tot tussenkomst zij ook moge ontvangen:
- de Regentenraad mag een financiële sui generis-rapportering blijven afleveren die NIET beantwoordt aan de wettelijke verplichting van het waarheidsgetrouw beeld,
- de Regentenraad mag elke minimale transparantie blijven weigeren, hoeveel woelige algemene vergaderingen en gerechtelijke procedures er ook mogen
- de Regentenraad mag voor miljarden euro’s eigen vermogen blijven onteigenen, in het nadeel van zowel de vennootschap als van haar particuliere eigenaars.
Het FSMA oordeelt dat de “beheerders van ONS geld” goed bezig zijn, en dat zij bijgevolg ongemoeid mogen verder doen.
Het FSMA lijkt alleen maar te willen optreden wanneer kleine beleggers het slachtoffer dreigen te worden van malafide handelaars in wijn of andere alcoholische dranken. DAAR ziet zij WEL haar belangrijke verantwoordelijkheid.
De kleine beleggers in het aandeel NBB betreuren dit, en blijven van oordeel dat zij evengoed recht hebben op de bescherming (minstens) vanwege een krachtdadig toezichthouder.
Met actuele dossiers als Nyrstar en Wirecard zou het FSMA moeten kunnen inschatten waar dit schandaal rond NBB uiteindelijk onvermijdelijk zal op uitdraaien. De aandeelhouders van NBB rekenen op alsnog gewijzigde inzichten, en een passende tussenkomst.

” GOOD GOVERNANCE ” EN DE NATIONALE BANK VAN BELGIË …. VLOEKEN IN DE KERK
In 2019 en 2020 werd het nog duidelijker dat de Nationale Bank van België nogal wat problemen heeft met de regels van goed bestuur. Onder lichte dwang werd de Wetgever ertoe verplicht om ook de samenstelling van het bestuur van de NBB in overeenstemming te brengen met de wetgeving terzake. Toenmalig Minister van Financiën illustreerde het probleem op typische wijze: ” ” (..) zal er in het kader van de wet van 22 februari 1998 tot (..) worden opgelegd dat, NET ALS VOOR BEURSGENOTEERDE BEDRIJVEN, minstens 1/3 van de leden (..) “. Hoe zeer kan men het feit van de beursnotering met zijn evidente gevolgen miskennen?
Deze ervaringen hebben niet veel bijkomend besef bijgebracht. Ondanks het feit dat het bestuur zelf stelt dat de eigen “sui generis” code van goed bestuur strenger is dan die voor andere genoteerde bedrijven, blijkt ook deze passage slechts opgenomen voor de vorm, enige oogverblinding:
” Het verklaart tevens de bepalingen in verband met de financiële aspecten van haar activiteit, die erop gericht zijn haar stevige financiële draagkracht te verschaffen en de Staat als soevereine Staat het surplus van de seigneuriage-inkomsten toe te kennen, na dekking van haar kosten, inclusief de vorming van de nodige reserves en de vergoeding van het ingebrachte kapitaal. “
Corporate governance charter NBB (pagina 2)
Dat de regels van goed bestuur geen prioriteit zijn werd reeds op verschillende manieren bewezen, moeten wij nu ook nog aanvaarden dat het bestuur van een centrale bank niet zou weten wat “seigneuriage” inhoudt? Als zij deze definitie zelf aanbrengt, in gerechtelijke procedures heeft gebruikt?
Maar vooral:


Moet de toezchthouder FSMA een dergelijk excuus aanvaarden? Gezien de miljardenimpakt?

Gezien diezelfde miljardenimpakt, en gezien die Soevereine Staat een andere Staat is dan die Belgische Staat welke 50% meerderheidsaandeelhouder is:
moet die niet solidair optreden met de minderheidsaandeelhouders, en het bestuur wijzen op de belangen van de vennootschap en de correcte naleving van de regels van goed bestuur?

Overeenkomstig het artikel 19 van de Bankwet dienen de bestuurders, effectieve leiders en verantwoordelijken van onafhankelijke controlefuncties van kredietinstellingen permanent te beschikken over de voor hun functie vereiste deskundigheid en professionele betrouwbaarheid.
De geschiktheidsbeoordeling van deze personen wordt vaak omschreven als de beoordeling van hun zogenaamde “fit & proper” karakter.
De “fit & proper” beoordeling maakt deel uit van het prudentieel toezicht. Luidens de artikelen 60 en 61 dienen voorgenomen benoemingen voorafgaandelijk meegedeeld en ter goedkeuring voorgelegd worden aan de toezichthouder NBB.
Het is werkelijk waar: het is de Nationale Bank van België die oordeelt of (kandidaat)bestuurders van banken of verzekeraars “fit and proper” zijn, deskundig en professioneel betrouwbaar zijn.
U vraagt zich heel terecht af:
- gezien de aangeklaagde feiten: WIE heeft er toch beoordeeld of de Regenten en directieleden van de Nationale Bank van België zelf wel “fit and proper” zijn? En wie maakt een tussentijdse beoordeling en evaluatie? Wie grijpt er in wanneer er tekortkomingen zijn bij de toezichthouder?
- Wat met de voorbeeldfunctie van deze toezichthouder?
- Kan hier een verklaring worden gevonden voor wat bij Nyrstar, Keyware, Optima, en anderen is gebeurd?
- Elk voorbeeld vindt immers zijn volgers, en zeker ook het slechte voorbeeld. Het ontstane gebrek aan noodzakelijke autoriteit doet dan de rest …