Geen enkele controle !!

  • Een beursgenoteerde naamloze vennootschap,
  • wordt het toegestaan om op een afwijkende manier haar financiële rapportering af te leveren, waarbij
  • het bestuur de totale vrijheid krijgt om een balans op te maken volgens “een eigen sui generis boekhoudkundig referentiekader,
  • waarna die Wetgever er dan ook nog eens een ferme schep bovenop doet, en gaat bepalen dat geen enkel onafhankelijk toezichthouder bevoegd is om deze verslaglegging te controleren?

De financiële verslaglegging vanwege het bestuur van de Nationale Bank van België wordt, ondanks een beursnotering,
door geen enkele (onafhankelijke) instantie gecontroleerd !!

Niet alleen worden de beleggers hieromtrent NIET geïnformeerd, en wordt het bestuur van de Nationale Bank van België NIET verplicht tot een duidelijke communicatie hieromtrent, de beleggers worden bovendien ook nog eens misleid omtrent dit absoluut belangrijke feit:

  • Het aandeel noteert op een “gereglementeerde markt”, wat absoluut terechte verwachtingen creëert bij de beleggers. Die vrijstellingen (inzake rapportering en controle van de financiële informatie) zijn NIET gekend bij de beleggers,
  • Het aandeel staat opgenomen in de lijst van “Emittenten onder toezicht” van het FSMA, maar … deze emittent blijkt bij wet vrijgesteld te zijn van ook maar enig toezicht door deze toezichthouder!
  • Er zijn verplichtingen inzake de financiële rapportering welke ook voor de Nationale Bank van België wel degelijk van toepassing en waar zij verplicht moet aan beantwoorden. Het hoort tot de verantwoordelijkheden van de externe revisor te controleren dat het bestuur aan deze verplichtingen beantwoordt.
    Alleen: deze revisor rapporteert uitsluitend aan … het bestuur zelf. Een bestuur dat dus elke vrijheid heeft gekregen om op een manier te rapporteren zoals het haar het beste uitkomt!

Omdat het bestuur van de Nationale Bank van België aan niemand verantwoording verschuldigd is, en dus ook door niemand ter verantwoording kan worden geroepen, wordt het bestuur niet gedwongen om transparant en duidelijk te communiceren. Het moet altijd de bedoeling zijn om de beleggers minstens te informeren omtrent deze “speciale situatie”. Niemand is hiervan op de hoogte, zelfs een bevoegd Minister van Financiën niet.

Toenmalig bevoegd Minister van Financiën (Koen Geens) levert het bewijs dat iedere belegger in deze situatie altijd zal worden misleid: in zijn antwoord op een vraagstelling (dan nog speciaal aangaande de controle over de financiële verslaglegging van de NBB) bevestigde hij dat de NBB onderworpen is aan het toezicht vanwege het FSMA, en dat er geen anomalieën werden vastgesteld.

Tenslotte is het zo dat de NBB, zoals elke beursgenoteerde onderneming, onderworpen is aan het toezicht van de FSMA.
(brief dd. 30 september 2013 vanwege toenmalig Minister van Financiën Koen Geens).

Wanneer zelfs een bevoegd Minister van Financiën wordt misleid …
Of werden de kleine beleggers met “een leugentje om bestwil” wandelen gestuurd?

Na werkelijk heel lang aandringen is het tenslotte de Voorzitter van het FSMA zelf die onze aandacht trekt op deze onwaarschijnlijke situatie, en de standpunten vanwege de Minister van Financiën dus weerlegt:

  • “ Zoals wij al eerder aangaven valt de Nationale Bank van België voorts niet onder de verplichtingen inzake periodieke informatie, zoals die vastliggen in het koninklijk besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt. In die zin valt de periodieke informatie die de Nationale Bank verstrekt niet onder het toezicht van de FSMA.
    (JP Servais, Voorzitter FSMA – Brief van van 23 januari 2019)
  • “ De artikelen 11, 12 en 13 behandelen respectievelijk het jaarlijks communiqué, het jaarlijks financieel verslag, de periodieke informatie met andere woorden.
    De Nationale Bank van België wordt door de Wetgever uitdrukkelijk ontheven van de verplichtingen inzake periodieke informatie die andere beursgenoteerde bedrijven wel hebben. De FSMA heeft terzake dan ook geen controlebevoegdheid.
    (JP Servais, Voorzitter FSMA – Brief van 12 februari 2019)

De Voorzitter van de toezichthouder FSMA schept dus eindelijk duidelijkheid, en heeft als standpunt dat “de verplichtingen inzake periodieke informatie, zoals die vastliggen in het koninklijk besluit van 14 november 2007”, UITDRUKKELIJK NIET van toepassing zijn op de Nationale Bank van België. Alleen dan toch twee volgende punten:

  1. Is het niet verwarrend (zelfs misleidend of bedrieglijk) voor de gewone kleine belegger dat men deze naamloze vennootschap dan toch WEL opneemt in een “Lijst van emittenten onder toezicht”?
  2. ““ De Nationale Bank bevestigt in haar syntheseconclusie dat zij onderworpen is aan de verplichting van financiële rapportering volgens het vereiste van het getrouw beeld bepaald in artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 14 november 2007. “
    Hof van Beroep te Brussel (Arrest van 28 oktober 2019 – pagina 11)

Dus is de Nationale Bank van België dan toch niet zo uitdrukkelijkelijk ontheven van de verplichtingen inzake financiële informatie, zoals bepaald in het KB van 14 november 2007?
Alleen: het wordt gewoonweg DOOR NIEMAND gecontroleerd?

Het Koninklijk besluit van 14 november 2007 zet o.a. de bepalingen van Richtlijn 2004/109/EG en Richtlijn 2007/14/EG om in het Belgische recht (art. 1).

Artikel 5, het enige artikel onder de titel “Algemene verplichtingen”, geeft duidelijk aan over welke kwaliteit publiek verstrekte informatie dient te beschikken alvorens het kan beschouwd worden als zijnde in overeenstemming met de Belgische – en bij uitbreiding Europese – regelgeving:

Art. 5. De emittenten stellen aan het publiek de nodige informatie ter beschikking om de transparantie, de integriteit en de goede werking van de markt te verzekeren. De verstrekte informatie is getrouw, nauwkeurig en oprecht en stelt de houders van effecten en het publiek in staat de invloed van de informatie op de positie, het bedrijf en de resultaten van de emittent te beoordelen.”

En dus blijkt het bestuur van de Nationale Bank van België WEL verplicht te zijn om een financiële rapportering te verzekeren welke een WAARHEIDSGETROUW BEELD geeft van het vermogen van de vennootschap. Alleen wordt deze rapportering DOOR NIEMAND gecontroleerd (op de waarheidsgetrouwheid), minstens niet door een onafhankelijk toezichthouder?

De actuele Minister van Financiën (Vincent Van Peteghem) minimaliseert het belang van een vrijstelling van elke controle door het FSMA, en stelt:

“ Bovendien is het passend om te wijzen op de wettelijke controle op de jaarrekening van de Bank door haar bedrijfsrevisor, in overeenstemming met de toepasselijke Europese en nationale wetgeving. ”

(De Minister van Financiën Vincent Van Peteghem – brief dd. 22 december 2020)

Dit standpunt werd eerder ook reeds bevestigd door (het kabinet van) Min. van Financiën Alexander De Croo:

Voor het waarheidsgetrouwe beeld van de jaarrekeningen van de Nationale Bank van België staat de bedrijfsrevisor van de Nationale Bank van België in, zijnde Mazars Bedrijfsrevisoren, vertegenwoordigd door de heer Dirk Stragier (tot 2020). “

(Mail van het Kabinet van de Minister van Financiën Alexander De Croo dd. 5 april 2019, waarin antwoorden werden gegeven zoals deze – “wegens de technische aard en moeilijkheid” – door het FSMA werden geformuleerd)

De FSMA stelt dus dat de enige controle van werkelijk belang op de financiële informatie en verslaglegging vanwege dit beursgenoteerde bedrijf gebeurt door de externe revisor. Maar tegelijkertijd ook dat het FSMA zelf geen enkele bevoegdheid heeft wanneer er zich ook op het niveau van deze controle (door de revisor) belangrijke problemen stellen.
Zij niet zou kunnen noch moeten ingrijpen wanneer er haar duidelijke problemen worden gemeld.
De FSMA stelt geen enkele verantwoordelijkheid te hebben als beschermer van de belangen van kleine beleggers, wanneer het gaat over de particuliere aandeelhouders van de Nationale Bank van België (?).

Gezien de manifeste problemen inzake de financiële rapportering vanwege de Regentenraad, die alles behalve “een waarheidsgetrouw beeld geeft van het vermogen van de vennootschap”,

  • waardoor dus aan een wettelijke verplichting (Artikel 5 van het KB van 14 november 2007) NIET wordt voldaan,
  • waar het bestuur daar bovenop zelfs niet langer wenst te communiceren omtrent het vermogen “volgens het concept eigen en vreemd vermogen”,
  • maar de bedrijfsrevisor desondanks jaarlijks “een verslag zonder enig voorbehoud” aflevert aan het bestuur van de vennootschap,

doen de particuliere minderheidsaandeelhouders van de Nationale Bank van België beroep op deze (verondersteld) onafhankelijke expert. Teneinde hem te wijzen op de diverse tekortkomingen, als eigenaars van de vennootschap minstens enige noodzakelijke toelichtingen en informatie te verkrijgen. De externe revisor deelt hen volgend standpunt mee:

“ Wij oefenen ons mandaat als bedrijfsrevisor van de Bank uit in overeenstemming met de regels die op onze werkzaamheden van toepassing zijn. Onze werkzaamheden resulteren in ons certificerings-verslag aan de Regentenraad van de Bank, het orgaan bevoegd voor de goedkeuring van de jaarrekening en het jaarverslag.

Wij begrijpen dat ons verslag zal opgenomen worden in het ondernemingsverslag van de Bank en op die manier de nodige transparantie ten aanzien van de aandeelhouders en het publiek wordt gerealiseerd. In dat kader onderhouden wij geen contacten met individuele aandeelhouders en kunnen wij dus niet ingaan op uw verzoek tot een persoonlijk onderhoud.“

De particuliere minderheidsaandeelhouders van de Nationale Bank van België hebben – zonder enig resultaat – werkelijk alles geprobeerd om de externe revisor op zijn verantwoordelijkheden te wijzen. Verantwoordelijkheden die zowel de toezichthouder als de Minister van Financiën bij hem zelf leggen. Elders op deze pagina komen we terug op deze verantwoordelijkheden, en de gevolgen van zijn houding.
En dus is slechts de volgende synthese mogelijk:

  • de particuliere minderheidsaandeelhouders van de Nationale Bank van België zijn (voor 50%) de statutaire eigenaars van deze naamloze vennootschap,
  • de Statuten bepalen dat zij zich, voor het bepalen van deze eigendomsrechten, dienen te houden aan de inventaris van de vennootschap,
  • het bestuur is verplicht tot het afleveren van een financiële rapportering welke het noodzakelijke waarheidsgetrouwe beeld geeft van het vermogen van de vennootschap,
  • zelfs al is het haar toegestaan om deze rapportering op te maken volgens “een eigen sui generis boekhoudkundig referentiekader”, dan nog moet het resultaat het wettelijk verplichte waarheidsgetrouwe beeld zijn van dat vermogen,
  • het FSMA doet geen enkele controle aangaande de periodieke financiële verslaglegging door de Regentenraad,
  • het FSMA ziet, als toezichthouder over alle vennootschappen welke worden hernomen op haar “Lijst van emittenten onder toezicht”, ook geen enkele finale verantwoordelijkheid. Ook niet wanneer er haar bepaalde foute evoluties worden gemeld, met onwaarschijnlijk zware financiële gevolgen en risico’s voor de kleine beleggers,
  • de Wetgever heeft de particuliere minderheidsaandeelhouders elke essentiële bevoegdheid ontnomen, waardoor de goedkeuring van de jaarrekening en het jaarverslag werd overgedragen aan de Regentenraad.
  • Aan het te controleren bestuur, dat dus zelf (volgens eigen inzichten) een verslag opmaakt, en daarna dus zelf ook haar eigen rapportering mag goedkeuren,
  • de externe revisor moet er op toezien dat deze verslaglegging inderdaad een waarheidsgetrouw beeld zou geven van het vermogen, doch rapporteert uitsluitend eveneens aan datzelfde bestuur,
  • en “gaat ervan uit dat zijn verslag, opgenomen in het jaarverslag”, voldoende transparantie geeft voor elke gebruiker van het jaarverslag.
De bescherming van de kleine belegger,
ondersteund door richtlijnen wereldwijd.
en dus toch een belangrijke slotvraag:
  • “Wanneer een 50% meerderheidsaandeelhouder, die zelf elk lid van de Raad van Bestuur aanduidt, waarbij de 50% minderheidsaandeelhouders dus zelf geen enkele vertegenwoordiger hebben, en er zetelt bovendien zelfs geen enkele onafhankelijke bestuurder,
  • en dat bestuur is verantwoordelijk voor zowel het beleid als voor het beheer van het vermogen van de vennootschap (welke de uiteindelijke eigendom is van alle aandeelhouders),
  • en is verantwoordelijk voor het opmaken van een verslag over haar beleid, en de weerslag ervan op het vermogen van de vennootschap: door het afleveren van een balans die een waarheidsgetrouw beeld moet geven van (de evolutie van) het vermogen van de vennootschap,
  • Wanneer die meerderheidsaandeelhouder het mogelijk heeft gemaakt dat het bestuur bepaald flagrante tekortkomingen in haar rapportering kan wegwuiven, want het gaat hier immers over “een rapportering opgemaakt volgens een specifiek eigen sui generis boekhoudkundig referentiekader”,
  • En bovendien: de goedkeuring van dat zelf opgemaakte verslag zal gebeuren door de Regentenraad. Wat je zelf doet doe je altijd beter, is de leuze. En dus voorziet die meerderheidsaandeelhouder dat het bestuur kwijting kan geven aan zich zelf!
  • Wanneer dat bestuur weet dat haar zelf opgemaakte en door haar zelf goedgekeurde verslag door GEEN ENKELE andere instantie wordt gecontroleerd,
  • en dat de enige controle die wel zou moeten gebeuren wordt uitgevoerd door iemand die zij zelf mag aanduiden, en die bovendien uitsluitend aan haar zelf mag rapporteren,

En in de veronderstelling dat datzelfde bestuur, om welke reden of op welke manier dan ook, uitsluitend de belangen ZOU gaan dienen van die meerderheidsaandeelhouder die haar heeft aangesteld, puur hypothetisch dus:

WIE ZOU DAN DE BELANGEN VAN DE BENADEELDE KLEINE BELEGGERS IN HET AANDEEL VAN DE NATIONALE BANK VAN BELGIË DAN WEL BESCHERMEN ??

Op andere pagina’s worden de rol en verantwoordelijkheden van zowel de Regentenraad, van de toezichthouder het FSMA als van de externe bedrijfsrevisor verder toegelicht.