Marktmisbruik

De Europese Verordening marktmisbruik (Market Abuse Regulation, MAR) is van toepassing in België. De MAR is gericht op het verbeteren van de integriteit van de financiële markten en de bescherming van beleggers. Iedere onwettige gedraging is verboden op financiële markten.

Het begrip marktmisbruik bevat de handel met voorwetenschap, de wederrechtelijke mededeling van voorwetenschap, en de informatie- of marktmanipulatie.

Het is verboden om de markt te manipuleren of te trachten de markt te manipuleren.

Marktmanipulatie valt uiteen in een aantal activiteiten. Het is onder andere verboden om onjuiste of misleidende signalen af te geven met betrekking tot het aanbod van, de vraag naar of de koers van een financieel instrument. Verder is het verboden om de koers van een financieel instrument op een abnormaal of kunstmatig niveau te brengen. De Europese Verordening over marktmisbruik, de MAR, beschrijft (onder andere) het verbod op marktmanipulatie.

Wat exact onder het begrip marktmanipulatie wordt verstaan, is omschreven in het Artikel 12.

Het aandeel Nationale Bank van België hoort gewoonweg niet te noteren op een beurs. Daarnaast kan men niet om het feit heen dat de bijzondere situatie van de toezichthouder FSMA “een integere werking van de markt en de bescherming van beleggers” niet bevordert.
In 2009 was de handel in het aandeel het voorwerp van een klacht met burgerlijke partijstelling omtrent manipulatie van de beurskoers. Een ondeskundig gerecht, bovendien geconfronteerd met een “niet echt meewerkende” toezichthouder, hebben ertoe geleid dat het dossier zonder een echte motivering en zonder enige veroordeling werd beëindigd. Zwitserland en Londen bleken iets te ver af …

Al is de handel nog steeds ” alles behalve integer “, we richten onze pijlen niet langer op de misbruiken op de markt van euronext brussels zelf …
Beurskoersen manipuleren, rechtstreeks op de markt zelf.

Financiële informatie, als een efficiënt instrument voor

Marktmisbruik
Het is verboden om de koers van een financieel instrument op een abnormaal of kunstmatig niveau te brengen.

De beurskoers van het aandeel Nationale Bank van België situeert zich (begin 2024) rond de 500,00 euro, ofwel ongeveer een derde van de beurskoers van meer dan 20 jaar geleden, maar vooral minder dan 1 % van het “netto eigen vermogen volgens de definitie van de ECB”. Minstens een redelijk abnormaal niveau te noemen …

De Belgische Staat is de eerste 98 jaren geen aandeelhouder geweest van de NBB, en heeft in 1948 haar 50 % van de aandelen verworven door eerst de winsten van de vennootschap te onteigenen om vervolgens deze winsten te gebruiken om in te schrijven op een opgelegde kapitaalverhoging (waarbij de aandelen werden verworven tegen hun nominale waarde, zonder verrekening van enige premie).

In het boekjaar 2022 werden belangrijke financiële verliezen aangekondigd, die de opgebouwde financiële buffers ruim gaan overtreffen. Op verschillende manieren werd de waardering van het aandeel vooraf tot een abnormaal laag niveau gestuurd … waardoor de private minderheidsaandeelhouders een als noodzakelijk beoordeelde bijkomende kapitaalsinbreng NIET zullen kunnen (of willen) volgen.

En de Belgische Staat op deze manier tegen deze (opnieuw) abnormale waardering die minderheidsaandeelhouders nu definitief uit het kapitaal zal kunnen verdrijven …

De belangrijkste klant van de beursgenoteerde naamloze vennootschap NBB, begunstigde van enerzijds de geleverde opdrachten en diensten “in het algemeen belang” en anderzijds van “het surplus van de seigneuriage” (als de vergoeding voor het verleende emissiemonopolie), is de Soevereine Belgische Staat (de gemeenschap) en wordt vertegenwoordigd door de Minister van Financiën.

De Belgische Staat is de meerderheidsaandeelhouder van de beursgenoteerde naamloze vennootschap en bezit 50 % van de aandelen (en dus van de onbeperkte rechten over het eigen vermogen en de winsten van de vennootschap). De Belgische Staat als aandeelhouder wordt vertegenwoordigd door de Minister van Financiën.

De Nationale Bank van België is een naamloze vennootschap waarvan (50% van) de aandelen noteren op de markt van Euronext Brussels, een markt onder toezicht van de FSMA. Deze verondersteld onafhankelijke toezichthouder, verantwoordelijk voor de bescherming van kleine beleggers (de minderheidsaandeelhouders vooral), hangt rechtstreeks af van … de Minister van Financiën.

CORPORATE GOVERNANCE
DEUGDELIJK BESTUUR
KOEKOEKSKAPITALISME …

In tegenstelling tot ons buurland Nederland bestaat er in België geen enkele beschrijving van wat er allemaal van een Minister van Financiën MOET worden verwacht wanneer hij al deze verschillende functies combineert (en totaal verschillende belangen en verantwoordelijkheden te verdedigen heeft). Geen enkele beschrijving, dus ook geen enkele transparantie noch verantwoording noch enige effectieve controle. ” Sui generis ” …

En dus kan in ons land een Minister van Financiën:

  • gebruik maken van de wetgevende macht om de aandeelhouders van een beursgenoteerde vennootschap elke bevoegdheid te ontnemen, en deze bevoegdheden over te dragen aan het bestuur zelf,
  • gezien dan ook de meerderheidsaandeelhouder zelf geen bevoegdheden of macht zou hebben, kan hij “als Minister Soevereine Staat” (en in de feiten als klant dus) alle bestuurders van de vennootschap (de Regenten) aanstellen,
  • die Regenten, in totale willekeur en zonder enige transparantie, verantwoording noch effectieve controle, laten bepalen welk deel van de jaarwinst zij (als beweerde ‘seigneuriage’) onttrekken aan de vergoeding voor het kapitaal of de versterking van de financiële buffers van de vennootschap.
  • Door deze “seigneuriage” zo groot mogelijk te begroten worden de belangen van vooral de vennootschap en haar private aandeelhouders geschaad, en dit in het voordeel van een derde verbonden partij: de Soevereine Belgische Staat,
  • door winsten (waaronder ook andere gerealiseerde meerwaarden) zonder wettelijke grond te bestemmen naar de Soevereine Staat wordt de vennootschap verzwakt, en ontvangen de verschaffers van het vermogen niet hun rechtmatige vergoeding. De kansen op een noodzakelijke inbreng van bijkomend kapitaal worden op die manier groter, de bereidheid hiertoe van minderheidsaandeelhouders zal kleiner zijn (of zal voor extra voorwaarden zorgen): de onafhankelijkheid van de centrale bank wordt in gevaar gebracht,
  • de Directie en de Regenten bepalen ook de inhoud van de (financiële) communicatie. Een misleidende, bedrieglijke en ontoereikende communicatie maakt niet enkel de verdere ongestoorde onteigening van het vermogen mogelijk, het zal ertoe leiden dat de aandeelhouders en de markt in zijn geheel het aandeel niet correct meer kunnen waarderen, en alle vertrouwen verloren zal gaan,
  • om dit alles te vermijden, in het voordeel en belang van zowel de vennootschap als van de weerloze minderheidsaandeelhouders, moet de FSMA waakzaam zijn en .. optreden! Wanneer de Minister van Financiën het wil !?
  • De Soevereine Minister kan de FSMA dan laten wegkijken (in zijn eigen voordeel, om zijn misdaden ongestraft verder te kunnen zetten), maar ook in het uiteindelijke voordeel van de Minister Meerderheidsaandeelhouder: wanneer de vennootschap voldoende verzwakt is, en de waardering voldoende laag is gestuurd, verwerft de meerderheidsaandeelhouder alle aandelen, van een wat later opnieuw winstgevende vennootschap. Nagenoeg gratis.

Na meerdere ingrepen door de wetgevende meerderheidsaandeelhouder (of is het de Soevereine Staat?) werden de private minderheidsaandeelhouders eerst totaal weerloos gemaakt, en hebben de directie en de Regentenraad daarna miljarden euro’s aan het vermogen van de beursgenoteerde vennootschap onttrokken en overgedragen naar de Schatkist van de Belgische Staat. Niet als de vergoeding voor het kapitaal, doch wel als beweerde ‘seigneuriage’ (de vergoeding voor het emissiemonopolie van bankbiljetten) of omdat het meerwaarden zouden zijn op officiële externe reserve-activa die (achteraf “rechtszekerheid” kregen en) van de Belgische Staat zouden zijn.

Enkel een misleidende en bedrieglijke (financiële) communicatie, op meerdere onderdelen totaal tegenstrijdig en nagenoeg altijd zonder enige minimale transparantie, hebben deze jarenlange verdere onteigeningen van vermogen mogelijk gemaakt. Een financiële communicatie waarover geen enkele effectieve controle werd uitgevoerd, en waarbij de verschillende betrokken partijen volledig aan hun verantwoordelijkheden zijn voorbij gegaan: de toezichthouder FSMA, de opeenvolgende externe revisoren, de interne audit van de vennootschap, het Parlement (als controleur van de regering en de Minister van Financiën).

De recente financiële verslaglegging (over het boekjaar 2023) en bijkomende communicatie vanwege de Europese Centrale Bank ECB), De Nederlandsche Bank (DNB) en Deutsche Bundesbank, als de drie belangrijkste NCB’s van het Europees Stelsel van Nationale Centrale Banken (ESCB) waar ook de Nationale Bank van België een volledig geïntegreerd onderdeel vanuit maakt, en zowel met betrekking tot de correcte invulling van het begrip ‘de seigneuriage’ als wat de werkelijke componenten en vermogensrechten van ‘het eigen vermogen volgens de definitie van de ECB’ zijn, bewijzen dat de Regentenraad (en dus de Belgische Staat, in welke hoedanigheid dan ook) niets anders dan foute bedoelingen heeft. En de belangrijke fouten uit het verleden wil toegedekt houden, wil ontkomen aan de financiële gevolgen van deze misdaden, en “het ontstane probleem” uiteindelijk wil oplossen via een finale kapitaalsoperatie, door te voeren tegen een absurd lage waardering die met de werkelijke waarde niets vandoen heeft.

Daarom hebben wij er de toezichthouder FSMA formeel en officieel op gewezen dat de Regentenraad een bedrieglijke financiële communicatie voert en er duidelijke inbreuken zijn op de regelgeving inzake marktmisbruik, en wat de bedoelingen van het bestuur en de dramatische gevolgen en risico’s voor de minderheidsaandeelhouders zijn.

De FSMA werd gevraagd om te onderzoeken, in te grijpen en, mocht haar bijzondere positie het verhinderen om passend in te grijpen, de markt te informeren (van de klacht, maar ook omtrent de partij die dan wel bevoegd en onafhankelijk zou zijn om gepast op te treden).