Het onbetwistbare belang van de jaarrekening als een getrouw beeld van de financiële situatie van de vennootschap:

- Het Artikel 1 van de Statuten van de NBB:
“ (..) Onverminderd het eerste en het tweede lid, is de Bank een naamloze vennootschap die een openbaar beroep op het spaarwezen doet of gedaan heeft. “

- Het Hof van Beroep Brussel – Arrest van 28 oktober 2019 (pagina 11):
“ De Nationale Bank bevestigt in haar syntheseconclusie dat zij onderworpen is aan de verplichting van financiële rapportering volgens het vereiste van het getrouw beeld bepaald in artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 14 november 2007. “
- Het Koninklijk besluit van 14 november 2007 zet o.a. de bepalingen van Richtlijn 2004/109/EG en Richtlijn 2007/14/EG om in het Belgische recht (art. 1).
Artikel 5, het enige artikel onder de titel “Algemene verplichtingen”, geeft duidelijk aan over welke kwaliteit publiek verstrekte informatie dient te beschikken alvorens het kan beschouwd worden als zijnde in overeenstemming met de Belgische – en bij uitbreiding Europese – regelgeving: “
Art. 5. De emittenten stellen aan het publiek de nodige informatie ter beschikking om de transparantie, de integriteit en de goede werking van de markt te verzekeren. De verstrekte informatie is getrouw, nauwkeurig en oprecht en stelt de houders van effecten en het publiek in staat de invloed van de informatie op de positie, het bedrijf en de resultaten van de emittent te beoordelen.”
- De alles-overkoepelende waarheid blijft dat de jaarrekening een juiste en transparante weergave van de financiële en economische realiteit dient te geven.
“ Rekening en verantwoording afleggen is uiteraard nog veel belangrijker wanneer de onderneming beroep gedaan heeft op het spaarwezen en de effecten van de onderneming (aandelen of obligaties) op de kapitaalmarkt worden verhandeld. Recente schandalen in Europa (Lernout & Hauspie, Parmalat) en in de Verenigde Staten (Enron, Worldcom) hebben nog eens het belang onderstreept van een behoorlijke financiële verslaggeving en de con-trole daarop door een onafhankelijke deskundige. “ [1]
“ Sinds de transpositie in het Belgisch recht van de Vierde Richtlijn neemt het beginsel volgens hetwelk de jaarrekening een “getrouw beeld” moet geven van het vermogen, de financiële positie en het resultaat van de onderneming in het Belgisch boekhoud- en jaarrekeningenrecht een centrale plaats in. Gezien in België dezelfde functies worden toegemeten aan dit beginsel als in de Richtlijn, is een uitweiding aangaande de plaats van dit beginsel in de Vierde Richtlijn onontbeerlijk ”. [2]
[1] K. Van Hulle en N. Lybaert, Boekhoud- en jaarrekeningrecht, die Keure, Brugge, 2005, 7
[2] K. Van Hulle en N. Lybaert, Boekhoud- en jaarrekeningrecht, die Keure, Brugge, 2005, 205
- Richtsnoer van de ECB van 11 november 2010 betreffende het juridische kader ten behoeve van de financiële administratie en verslaglegging in het Europees Stelsel van Centrale Banken:
- Het Artikel 3 van het Richtsnoer bevat de specifieke “Uitgangspunten inzake de financiële informatie” alwaar elke Europese Nationale Bank zich naar dient te conformeren:
“ De volgende uitgangspunten inzake de financiële administratie zijn van toepassing:
- a) de methoden van administreren en de financiële verslaglegging weerspiegelen de economische realiteit, zij zijn transparant en voldoen aan de gestelde eisen van inzichtelijkheid, relevantie, betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid.
Transacties worden geboekt en weergegeven rekening houdend met hun inhoud en economische realiteit en niet uitsluitend met inachtneming van hun juridische vorm; - b) voorzichtigheidsbeginsel: bij de waardering van activa en passiva en de verantwoording van baten en lasten dient het voorzichtigheidsbeginsel te worden toegepast. (…) Stille reserves of het opzettelijk onjuist weergeven van posten op de balans en winst-en-verliesrekening zijn onverenigbaar met het voorzichtigheidsbeginsel. (…)
- (..)
- d) materialiteitsbeginsel: afwijkingen van de regels van financiële administratie, met inbegrip van die welke een invloed hebben op de berekening van de winst-en-verliesrekeningen van de afzonderlijke NCB’s en van de ECB, zijn alleen toegestaan, indien ze redelijkerwijs als niet relevant mogen worden beschouwd in de algehele context en presentatie van de financiële rekeningen van de rapporterende instelling; (…) ”
Uit deze “uitgangspunten” blijkt duidelijk dat ook op het niveau van de Nationale Centrale Banken van het ESCB het beginsel van het getrouw beeld van de jaarrekening heerst.
- Het Artikel 4 van hetzelfde Richtsnoer is alles bepalend:
Artikel 4: Verantwoording van activa en passiva
Activa en passiva worden alleen verantwoord op de balans van de rapporterende entiteit wanneer aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
- a) het waarschijnlijk is dat in de toekomst enig economisch nut in de vorm van een bate of een last, verbonden zal zijn aan de betreffende actief- of passiefpost voor de rapporterende entiteit,
- b) in wezen alle risico’s en voordelen verbonden aan de betreffende actief- of passiefpost voor rekening komen van de rapporterende entiteit.
- Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG (Publicatieblad L 390, 31.12.2004).
Uit de overwegingen van deze Richtlijn kunnen volgende algemeen geldende beginselen worden afgeleid:
“ (1) Efficiënte, transparante en geïntegreerde effectenmarkten dragen bij tot de totstandkoming van een echte interne markt in de Gemeenschap en werken de groei en de schepping van werkgelegenheid in de hand dankzij een betere kapitaalallocatie en kostenvermindering. De openbaarmaking van accurate, alomvattende en tijdige informatie over effectenuitgevende instellingen wekt een duurzaam vertrouwen bij beleggers en maakt het mogelijk zich een verantwoord oordeel te vormen over de resultaten en het vermogen van deze uitgevende instellingen. Dit komt zowel de beleggersbescherming als de marktefficiëntie ten goede.
(2) Te dien einde moeten effectenuitgevende instellingen via een gestage informatiestroom voldoende transparantie jegens beleggers garanderen. (…)
(9) (…) In deze richtlijn wordt, wat de jaarlijkse en tussentijdse financiële verslaggeving betreft, voortgebouwd op deze benadering, met inbegrip van het beginsel dat een getrouw beeld moet worden gegeven van de activa, de passiva, de financiële positie en de winst of het verlies van de financiële instelling.”
- Deze visie wordt ook erkend in Richtlijn 2007/14/EG van de Commissie van 8 maart 2007 tot vaststelling van concrete uitvoeringsvoorschriften van een aantal bepalingen van Richtlijn 2004/109/EG betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten (Publicatieblad L 69 van 9.3.2007)
In de overwegingen lezen we immers het volgende:
“(1) Richtlijn 2004/109/EG stelt de algemene beginselen vast voor de harmonisatie van de transparantievereisten met betrekking tot het houden van stemrechten of financiële instrumenten die het recht verlenen om bestaande aandelen met stemrechten te verwerven. De richtlijn beoogt ervoor te zorgen dat middels openbaarmaking van accurate, alomvattende en tijdige informatie over effectenuitgevende instellingen een duurzaam vertrouwen bij beleggers wordt gewekt. (…)
(15) Richtlijn 2004/109/EG stelt hoogwaardige eisen aan de verspreiding van gereglementeerde informatie. Voor de toepassing van die richtlijn is louter de beschikbaarheid van informatie, hetgeen impliceert dat beleggers actief daarnaar op zoek moeten gaan, niet toereikend. Daarom moeten uitgevende instellingen dergelijke informatie actief onder de media verspreiden met de bedoeling beleggers te bereiken.”

Het recht van elke aandeelhouder op een jaarrekening die een getrouw, nauwkeurig en oprecht beeld geeft, is onbetwistbaar.
Hoewel de wijze waarop de NBB aan deze verplichtingen dient te voldoen, kan afwijken van de wijze waarop andere vennootschappen hieraan dienen te voldoen, blijven de vereisten van kwaliteit van de te verstrekken financiële informatie voor elke vennootschap, inclusief de NBB, dezelfde.
De Nationale Bank van België erkent verplicht te zijn tot een financiële rapportering volgens de vereiste van het getrouwe beeld.
Er bestaat slechts één waarheid !!
- De financiële rapportering vanwege de NBB moet voldoen aan zowel de Richtsnoeren van de ECB als aan de geldende informatieverplichtingen voor elke andere beursgenoteerde naamloze vennootschap:
- De Nationale Bank van België is beursgenoteerd, heeft in de eigen Statuten opgenomen dat de vennootschap een beroep heeft gedaan op het openbaar spaarwezen,
- De Nationale Bank erkent (ook in een gerechtelijke procedure) onderworpen te zijn aan een financiële verslaglegging volgens het getrouwe beeld van het vermogen van de vennootschap,
- De Regentenraad heeft de verantwoordelijkheid om enerzijds de bindende regels en de uitgangspunten, zoals deze opgenomen zijn in de Richtsnoeren van de ECB, te integreren in de eigen financiële rapportering opgemaakt volgens het eigen “sui generis boekhoudkundig referentie-kader”,
- En anderzijds moet de eigen nationale financiële rapportering de beleggers in haar aandelen een jaarrekening garanderen welke een getrouw, nauwkeurig en waarheidsgetrouw beeld geeft van het vermogen van de vennootschap,
De Regentenraad maakt de vrije keuze om aan beide verplichtingen te voldoen zonder een afzonderlijke financiële verslaglegging te voeren. Terecht, gezien beide doelgroepen een totaal overeenstemmend eindresultaat verwachten: wanneer de NBB perfect beantwoordt aan de eisen en verwachtingen van het ESCB, dan zal er automatisch ook aan de rechten en verwachtingen van de beleggers zijn beantwoord.