RECIDIVISME !!

De Nationale Bank van België, opgericht in 1850, toezichthouder over onze Belgische banksector. Deze instelling zou tot één van de meest gerespecteerde vennootschappen van ons land moeten behoren, ze wordt in ieder geval ook als dusdanig behandeld. Iedereen lijkt ervan uit te gaan dat alles wat deze vennootschap doet wel correct zal zijn, zij altijd nauwgezet de wetten volgt en respecteert. Zij moet immers zelf een voorbeeldfunctie vervullen, anderen de regels strikt doen opvolgen, zelf hoofdzakelijk “in het algemeen belang” werken.

En wanneer er betwistingen zijn lijkt de NBB steeds in het gelijk te worden gesteld, door andere organismen, door rechtbanken, e.d.m..

Is deze premisse echter wel terecht ??
Immers: door wie wordt de Nationale Bank van België uiteindelijk zelf gecontroleerd ??

Zoals elders op deze pagina gesteld werd de monetaire geschiedenis van ons land uitvoerig en in detail beschreven. Hierdoor zou het voor de NBB moeilijk of zelfs onmogelijk moeten zijn “haar verhaal” door te drukken, de echte waarheid ligt immers uitgebreid en duidelijk beschreven in duizenden bladzijden literatuur.

Het moet zijn dat weinigen nog geïnteresseerd zijn in onze geschiedenis.

Of zou er hier meer aan de hand zijn?

Spelen de enorme machten en verdoken netwerken nog steeds hun verwerpelijke rol ?

Bovenstaand boek is een eenvoudige leidraad, waarbij men haast automatisch bij belangrijke en opmerkelijke historische feiten uitkomt. Opmerkelijke feiten, die op zich de moeite waard lijken om toch even naar bijkomende informatie op zoek te gaan. Verbazingwekkende informatie, blijkt dan.

Feiten die absoluut tot nadenken stemmen, vind ik zelf.

Hierna volgt slechts “een synthese” van enkele van deze opmerkelijke gebeurtenissen uit de monetaire geschiedenis van ons land, waarin de NBB natuurlijk een belangrijke rol heeft gespeeld.

Weze het niet altijd een fraaie rol, dit moet ongetwijfeld duidelijk zijn.

De “bijkomende informatie” welke nodig is om één en ander in een juistere en vollediger context te plaatsen wordt perfect en vrij volledig aangereikt in twee werken van Karel Van Nieuwenhuyse, doctorandus geschiedenis aan de K.U. Leuven.

De volledige tekst:

Ik geef hier enkel een paar illustrerende passages weer, maar kan de lectuur van de volledige tekst absoluut aanraden.
Passages die van belang zijn om de rol van de Nationale Bank in te schatten werden in fluo aangemerkt.

  • ” … de verschillende schandalen waarin de Nationale Bank was verwikkeld …” (p 226);
  • ” ’s Namiddags stapte het Parket inderdaad af op de Nationale Bank in het kader van een fraudeonderzoek. Op 20 oktober 1937 kreeg de regering (…) te horen dat ernstige onregelmatigheden waren geconstateerd ten laste van vroegere bestuurders van de Nationale Bank. Een gerechtelijk onderzoek was geopend.” (p 226);
  • “.. vier beschuldigingen opgenomen:
    • A)  vervalsching van geschriften in balans en winst- en verliesrekeningen van de Nationale Bank (…) (p 227)
    • B)  vervalsching van geschriften door inschrijving van onjuiste gegevens namelijk
      • 1) door op het actief der balans … bedragen in te schrijven die merkelijk beneden de werkelijkheid bleven,
      • 2) door zekere verwezenlijkte winsten te verduiken onder de vorm van schulden tegenover derden, namelijk: ….
        b) .. zijnde de winst op goudoperaties welke op 25 juni 1936 op de rekening “loopende rekeningen van particulieren” geboekt werden in plaats van op de winst- en verliesrekening. … (p 228)
    • C) Vervalsching van geschriften ten nadeele van den fiscus …
  • ” Uit het onderzoek bleek dus duidelijk dat tussen 1930 en 1937 op heel grote schaal miljoenenfraude was gepleegd in de hoogste regionen van de Nationale Bank! ….
  • ” Het was trouwens zo dat de beschuldigingen in het verslag van de onderzoeksrechter Orianne nog maar het topje van de ijsberg vormden.
  • In (…) heel wat meer wantoestanden binnen de Bank gestoten, die merkwaardig genoeg niet in het eindverslag werden opgenomen! (p 228)
  • Dit blijkt uit kopieën van gerechtelijke stukken …. :
    • een niet-officiële geheime reserve (waar alleen het directie-commité van wist) van 229.238.319 BEF …
    • de verdwijning van een herwaarderingswinst (na de devaluatie) van 44 miljoen frank op de officiële geheime reserve, etc..
    • Daarnaast bevatten de rapporten nog een lijst van maar liefst 50 pagina’s die over niets anders handelden dan schriftvervalsing en onregelmatigheden.
    • Het verduisterde geld vloeide naar:  (p 229)
      persoonlijke verrijking van de directieleden van de Bank; uitkeringen aan ex-medewerkers; kranten zoals …

Andere opmerkelijke en relevante passages uit dit werkstuk van Doc. KarelVan Nieuwenhuyse (met betrekking tot de Nationale Bank dan):

  • ” In het begin van de jaren ’30 had de Nationale Bank politieke invloed weten te verwerven via onstatutaire financiële steun aan de Algemeene Bankvereeniging, gepatroneerd door de Boerenbond. ” (p 237)
  • “… de Nationale Bank het nu waarschijnlijk nog gemakkelijker zou krijgen in de uitvoering van haar strategie tot verwerving van politieke macht, en dat haar tentakels nu nog verder reikten. ”
  • de beschrijving ook omtrent “de commissie Servais” (van p 212 tot 216)

Mijn vaststellingen bij dit alles:
  • Balansposten en winst- en verliesrekeningen vervalsen?
  • Zekere gerealiseerde winsten op de goudvoorraad op de balans presenteren als een schuld?
  • De feitelijke waarheid anders voorstellen op de balans?

Hoewel uit een andere periode: heel duidelijk herkenbaar, een problematiek welke uitgebreid beschreven werd op deze webpagina (zie: de gerealiseerde goudmeerwaarden en de onbeschikbare reserverekening)

Blijkbaar gaat het hier toch niet over een uitzonderlijke werkwijze voor de NBB ?!

Andere gelijkaardige vaststellingen

1) De Nationale Bank vormt ” een verborgen goudreserve “ :
zij brengt deze goudvoorraad onder in verschillende activaposten op haar balans.

Waardoor buitenstaanders (hier speculanten) zich geen beeld kunnen vormen van bepaalde bewegingen.

Mijn vaststellingen bij dit alles:
  • ACTIVA, verbergen op de balans?
  • en het waarheidsgetrouwe beeld dan …?

Wat de Nationale Bank van België zo maar kan met haar goudvoorraad moet dan zeker ook mogelijk zijn met de effecten opgenomen in haar verschillende portefeuilles (transferten tussen de statutaire en andere portefeuilles, overbrengen van effecten met “nadelige resultaten” …).
Wie controleert dit, en op welke (onafhankelijke) manier?

2) ” Het schandaal van de NBB ” (de Sterlingkwestie

De “sterlingkwestie” had zijn wortels in het conflict “SAP versus Van Zeeland”.
Andere linken in dit verband:

over het camoufleren van de sterlingverliezen

over de gevolgen van de sterlingkwestie

Voorafgaandelijke opmerkelijke feiten uit de twee teksten van Doc. Van Nieuwenhuyse:

Het wetsontwerp op het nieuwe statuut van de Nationale Bank van 1926 wijzigt de beleidsstructuur en de inkomstenverdeling grondig (p 4 tot 7).

  • In “een geheime conventie” tussen de Minister van Financiën en de Gouverneur werd van de Wet afgeweken.
    “Al de rest van de inkomsten hield de Bank volledig aan zich. Deze regeling ging uiteraard volledig in tegen het wetsontwerp van oktober 1926, en moest in feite als volkomen onwettelijk worden verworpen. Houtart, bracht de ministerraad evenwel nooit op de hoogte van het bestaan van deze conventie, laat staan het parlement. Op die manier kon de Bank dus ongestoord haar gang gaan in de illegaliteit. ” (p 7)
  • ” Aan de basis van de toestemming van Houtart lagen wezenlijk vooral duistere zakenbelangen. ” en
    ” Ook in de toekomst zou Houtart van een enorme voorkeursbehandeling genieten door de top van de Nationale Bank, i.c. Franck. En die verliep niet altijd binnen de grenzen van het wettelijke! ” (p 7)
  • De beschrijving van deze “sterlingkwestie” (1931 – 1932): p 7 tot 13.
De opmerkelijke passages:
  • ” Volgens de spelregels van de internationale goudwisselstandaard en de internationale solidariteit waren alle deelnemers aan het systeem van het goudblok eraan gehouden om hun belangrijke tegoeden in sleutelvaluta (pond en dollar) op zichtrekeningen bij de leidende centrale banken te plaatsen, dit opdat beide goudcentra vlot zouden kunnen functioneren. ”  (p 8), en
  • Deze roekeloze beleggingspolitiek van de Bank ging niet alleen in tegen internationale afspraken, bovendien was ze ook in strijd met de richtlijnen haar opgelegd door de parlementaire commissie financiën. ”  (p 9)
  • ” De Bank bleef echter zitten met de pondsterlingportefeuille van 12.643.079 ponden. Een enorm waardeverlies in termen van Belgische franken kondigde zich aan. ” …. ” Er stond de Nationale Bank een zware financiële aderlating te wachten. ”
    (pagina 9)
  • En het kaderstuk pagina 9, integraal:
  • “Aangezien de beleidsvoerders ten allen koste paniek wilden vermijden werd in de dagen na 20 september een vertekend beeld van de situatie geschetst.
    In haar weekstaat van 24 september 1931 hevelde de Bank de sterlingtegoeden, die niet langer inwisselbaar waren tegen goud, van “de dekkingsreserve” naar de rubriek “Wissels en beschikbaarheden goud op het buitenland” over, en boekte ze tegen de oude prijs.

    De Bank vervalste dus gewoon haar balansen, en deed verder of er geen vuiltje aan de lucht was. Slechts een heel beperkte kring mensen was op de hoogte van de ware toestand: enkele topmensen van de Nationale Bank, premier Renkin, minister van financiën Houtart en minister van de koloniën Crokaert. “
  • ” Het waren dus opnieuw Houtaert en Franck die quasi geheime en volkomen onwettelijke regelingen troffen, buiten het medeweten van de meeste regeringsleden en van het parlement. ” (p 10);
  • ” Intussen was het zo dat De Bank reeds vanaf het uitbreken van de pondsterlingkwestie probeerde om de zaak geheim te houden voor de publieke opinie en ze in de doofpot te stoppen.

    Op 25 januari 1932 kwam de pondsterlingkwestie ter sprake in het begrotingsverslag voor de senaatscommissie van financiën (51). In het parlement ontstond deining terwijl ook in de pers beroering heerste. ”

    Tegelijk werd het definitieve verlies vastgesteld op 559,7 miljoen frank! ” (p 12)
  • ” De scherpste critici, waaronder Sap, waren zelfs zover gegaan vast te stellen dat moest worden overgegaan tot de ontbinding van rechtswege van de Nationale Bank. “Daarvoor verwezen ze – volkomen terecht overigens – naar haar statuten die een ontbinding voorzagen ingeval de geleden verliezen meer dan de helft bedroegen van haar kapitaal en reserves. Zover kwam het echter niet. ” (p 13)
Mijn vaststellingen bij dit alles:

De belangen zijn enorm groot: de statutaire ontbinding van de vennootschap dringt zich op, er worden echt belangrijke verliezen geleden, fouten van de bestuurders (aansprakelijkheid?), …

Balansposten en winst- en verliesrekeningen vervalsen zijn voor de Nationale Bank in dergelijk geval het logische middel om haar doel te bereiken.
Bedrog en misleiding betekenen dan geen enkel bezwaar.

  • Internationale overeenkomsten, richtlijnen van commissies, wetten, … zijn voor het bestuur van de Nationale Bank ondergeschikt aan “geheime conventies”;
  • Er zijn belangrijke en niet te miskennen gelijkenissen met de actuele toestand. Deze werden beschreven op en zijn het onderwerp van deze webpagina.
  • Het blijkt ook mogelijk te zijn het parlement en de media jarenlang aan de kant te houden.
  • In dossiers aangaande een dergelijk belangrijke instelling, met een activiteit met dergelijk belangrijke bedragen en financiële risico’s. Risico’s voor de vennootschap zelf, voor haar aandeelhouders, voor de gemeenschap.
3) “ Het schandaal van de NBB ” … (het zoveelste) : ” De meerwaarden op de goudvoorraad “

Enkele linken, ter illustratie:

DE FEITEN (zoals ze werden hernomen in deze bijlagen):

Deze feiten en argumenten werden elders op deze webpagina uitgebreid behandeld, dus hier enkel een synthese:

  • Bretton Woods: het monetair systeem wijzigt fundamenteel. (bijlage 1, p 246)
    • via de Wet van 23 december 1988 werd in het internationaal recht het verdwijnen van het goud als sleutelelement van het internationaal geldstelsel bekrachtigd,
    • in de Organieke Wet werd vastgesteld dat “de gouddekking” van de bankbiljettenvoorraad evenals de converteerbaarheid van deze biljetten in goud werd opgeheven,
    • het goud werd een vrij verhandelbaar eigen actief van de Nationale Bank.
  • Door de wijziging van het monetaire systeem ontstaan, voor alle centrale banken, heel belangrijke ongerealiseerde meerwaarden op hun goudvoorraden (de verschillen tussen de marktwaarde en de historische aankoopkoersen),
  • via dezelfde Wet “regelt” de Wetgever de ontstane situatie (bijlage 1, pagina 246):
    • hij “neemt de onzekerheid weg die kon bestaan omtrent de bestemming van die goudmeerwaarden uit de reserves van De Bank, bij hun effectieve realisatie”,
    • die netto-meerwaarden van transacties tegen deviezen dienen verplicht geboekt te worden in een “onbeschikbare reserverekening”,
    • de netto-opbrengst van de tegenwaarde van deze reserverekening wordt toegekend aan de Belgische Staat,
  • Drie passages (uit bijlage 2, pagina 245):
    • ” Uit dat alles blijkt dat de betrekkingen met de regering in een goede sfeer verliepen “,
    • Die goede relatie … vergemakkelijkten ook de voorbereiding van de verlenging van het octrooi van De Bank en de vastlegging van een nieuw monetair statuut “,
    • Op 31 december 1988 verstreek de wettelijke bestaansduur van de Bank … . Op voorstel van De Bank stelde de Wetgever geen nieuwe tijdslimiet meer vast. “

Twee passages (uit bijlage 3, pagina 266 en 267):

” Naast adviezen, … , verstrekte gouverneur Verplaetse ook zeer concrete hulp aan de regering om de hierboven beschreven financiële doelstellingen te bereiken. “

” Gouverneur Verplaetse … is blijven optreden als de economische kabinetchef van de eerste minister.

Een samenvatting:
  • het monetair statuut dient gewijzigd,
  • wanneer de Nationale Bank goud zal verkopen zal zij enorme meerwaarden realiseren,
  • zij dient “beschermd te worden” tegen de negatieve vermogensoverdrachten van die gerealiseerde meerwaarden,
  • en, identiek aan de ingrepen van de Wetgever in Nederland, dienen die meerwaarden verplicht te worden gereserveerd,
  • bij gelegenheid vandiezelfde tussenkomst van de Wetgever werd, geholpen door de goede relaties tussen de Gouverneur en de regering, (“op verzoek van de Bank”) de levensduur van de vennootschap voortaan voor onbepaalde termijn verlengd (wat ongetwijfeld een hele geruststelling moet zijn geweest voor de NBB),
  • in zijn toespraak voor de bijzondere algemene vergadering van 1988 had de Gouverneur het over “een nauwe samenwerking”.

  • Die samenwerking ging waarschijnlijk (als gevolg van die goede relaties en onder druk van het te vervallen octrooi?) echter iets te ver, want de Regentenraad aanvaarde:
    • de clausule dat de onbeschikbare reserverekening bij vereffening van de NBB aan de Belgische Staat toekwam,
    • net zoals dat het geval was voor alle verdere opbrengsten van de activa die de tegenwaarde vormden van deze rekening,
    • en stelde tegenover de aandeelhouders dat noch de Bank noch de aandeelhouders zelf de economisch rechthebbenden zijn van deze gerealiseerde meerwaarden
  • De invoering van dit Artikel 20bis is een totale onteigening van dit deel van het eigen vermogen van de Nationale Bank.
  • De Bank boekt de onbeschikbare reserverekening dus terecht in haar “Overige Passiva”, rubriek van het vreemd vermogen,
  • Na deze ingreep van de Wetgever komt Gouverneur Verplaetse, die zijn rol als kabinetchef van de eerste minister Martens blijft verder zetten met “concrete hulp”:
    • er volgt opnieuw geen enkel verzet tegen een nieuwe ingreep van de Wetgever,
    • en alle gerealiseerde goudmeerwaarden worden overgemaakt aan de Belgische Staat !
    • Hiermee voorbij gaand aan de oorspronkelijke bedoeling van het Artikel 20bis: de Nationale Bank beschermen tegen negatieve vermogensoverdrachten!
  • In 1998 wordt het Artikel 20bis geschrapt en vervangen door het huidige Artikel 30.
  • Ondanks de ingrijpende gevolgen van deze wijziging op de eigendomsrechten van de NBB blijft men op de balans de onbeschikbare reserverekening tot uiting brengen onder de “Overige Passiva” (de schulden van de vennootschap)!
Mijn vaststellingen bij dit alles

Met betrekking tot de meerwaarden op de goudvoorraad werden belangrijke fouten gemaakt. Sedert 1988 heeft de Nationale Bank voor 8,4 miljard euro goudmeerwaarden aan de Belgische Staat overgemaakt. Zonder de verdere opbrengsten van deze bedragen gerekend (hadden zij gereserveerd geweest).

Vermogen, toebehorend aan de vennootschap en uiteindelijk aan haar aandeelhouders. Dat leert een simpele vergelijking met andere Nationale Centrale Banken, elders op deze webpagina uitgebreid besproken.

Bij afwezigheid van enige andere bestaande wettelijke bepaling, en na de wijziging van de organieke wet in 1998, hoort het vermogen belegd in de goudvoorraad en haar (on)gerealiseerde meerwaarden de vennootschap Nationale Bank van België toe!

De financiële belangen zijn opnieuw enorm!

Sedert 1998 verstopt de Nationale Bank opnieuw moedwillig en bewust de feitelijke waarheid op haar balans !!

Sedert 1998 is de balans van de Nationale Bank opnieuw vervalst !!

Dit nieuwste schandaal van de NBB kent echter zijn gelijke niet in de financiële wereld, en heeft tot belangrijkste doel: de totale onteigening van de particuliere aandeelhouders mogelijk maken.

De Belgische Staat besteelt zijn eigen burgers. Met de totale medewerking van het bestuur van haar centrale bank!

  • Wanneer staat er een nieuwe Gustave Sap recht in ons Parlement?
  • Waar blijft de vierde macht? Kan het zijn dat de (gespecialiseerde) media nog altijd geniet van sponsoring via verdoken reserves van de NBB ?
  • Dit gaat toch vooral ook over onze grondwettelijke rechten !! Van elke burger van dit land ?
GoudSpeciaal