EEN GITZWARTE PAGINA

Na een voortdurende miskenning van de vermogensrechten van de 50 % privé minderheidsaandeelhouders van de Nationale Bank van België en na een onafgebroken afleiding van miljarden euro’s eigen vermogen van de vennootschap richting de Schatkist van de meerderheidsaandeelhouder de Belgische Staat,

wordt er dank zij een deskundige en gemotiveerde oppositie eindelijk passende aandacht gegeven aan de regels van “goed bestuur” en de rol die de overheid speelt bij haar ” beursgenoteerde autonome overheidsbedrijven “.

OVER WAT GAAT HET, IN ESSENTIE ?

De overheid die zelf klant is bij ” autonome overheidsbedrijven ” , daar waar zij tegelijkertijd ook de meerderheidsaandeelhouder is van dat beursgenoteerde bedrijf ?

De Belgische Staat laat een beursgenoteerde vennootschap ” opdrachten in het algemeen belang ” uitvoeren? De publieke belangen zijn niet langer beperkt tot (of werden onvoldoende duidelijk omschreven in) met de overheid onderhandelde beheerscontracten?
Het is de overheid als klant die “de pen vast houdt” ?

Die opdrachten “in het algemeen belang” en alle verbonden operationele en financiële risico’s worden NIET uitgevoerd uitsluitend met het vermogen toebehorend aan die gemeenschap, doch WEL voor 50 % of meer met kapitaal waarvoor alle onbeperkte vermogensrechten bij privé aandeelhouders liggen? En die beheerscontracten ontbreken zelfs helemaal? Geen contractuele afspraken, en de bestaande wetgeving kan men gewoon naast zicht leggen, onder het mom van “de opdrachten in het algemeen belang”?

Prof. emeritus Herman Daems

De verschillende spelers kennen hun rol niet. Als in een opera iedereen de rol van iemand anders zingt, dan krijg je een kakafonie.

Daems tilt er zwaar aan dat de overheid de bedrijven strenge regels voor corporate governance oplegt, maar dat die overheid zelf die regels niet volgt.

Als voorzitter ben je “ het evenwichtszoekende punt ”, moet je een balans zoeken in die belangen, geen belangen verdedigen.

Het lukt vaak pas als de politiek niet meer weet wat er moet gebeuren.

Lutgart Van den Berghe, professor corporate governance

Er moet op drie punten dringend worden bijgestuurd:
1) de kwaliteit van de raad van bestuur,
2) de rol van de overheid in de algemene vergadering, en
3) het delen van informatie door bestuurders.

Herman Matthijs, professor UGent en VUB

Een andere vraag die vervolgens opduikt luidt: kan men dan nog tolereren dat er mensen uit de bankwereld of de Nationale Bank van België op ministeriële kabinetten werken?

Bovendien bestaan er vele systemen van beheers- en bestuursovereenkomsten, waardoor nogal wat van die instellingen een eigen beleid voeren. Op zijn minst heeft al die zogenaamde managementautonomie zeker niet geleid tot een beter bestuur, en is het parlementair toezicht op die instellingen zwaar aangetast.

Alexander De Croo, Eerste Minister

Nood aan regels voor de omgang overheid met overheidsbedrijven.

Volgens De Croo is “een scheefgetrokken governance “ de kern van het probleem. Er zijn al stappen gezet om afstand te creëren tussen het bedrijf en de politiek, maar we moeten nog verder gaan.

“ De premier wil samen met voogdijminister Petra De Sutter (Groen) de spelregels scherpstellen over de aanduiding van bestuurders en over welke informatie ze mogen delen en welke niet. Er werd het bestuur voor bestuurders Guberna gevraagd om een handvest op te stellen.

De éminence grise van “deugdelijk bestuur” oordeelt dat wat bij Bpost gebeurde in elk federaal overheidsbedrijf kan gebeuren waar voorzitter, bestuurders en ministers hun rol niet begrijpen, niet willen begrijpen of niet correct invullen.

Wel, bij de Nationale Bank van België is dit zonder meer het geval !!!
En het gaat over niet kunnen EN vooral over niet willen correct invullen van zijn rol !!!

Bij de Nationale Bank van België gaat men volledig voorbij aan het fundamentele feit van de beursnotering, aan het feit dat elk van haar opdrachten en taken die zij vervult “in het algemeen belang”, NIET wordt vervuld met vermogen uitsluitend toebehorend aan die gemeenschap, dat elk verbonden risico aan die opdrachten wordt gedragen met het vermogen van die vennootschap, en dus WEL worden vervuld met het vermogen waarvoor alle onbeperkte vermogensrechten voor 50% liggen bij privé aandeelhouders !!!

Zoals het hierna zal worden beschreven is de situatie nog heel veel verder uit de hand gelopen. De feiten zijn niet beperkt gebleven tot een gebrek aan deugdelijke bestuur ….

Zoals steeds, de zelfde (en praktisch goed uitkomende) argumentering:

De bijzondere opdrachten van de Bank en haar specifieke rol die uniek is in België, hebben de wetgever ertoe gebracht in een bijzonder rechtskader en een specifiek bestuur voor deze instelling te voorzien.

Waardoor men al onmiddellijk kan verantwoorden dat:

Dit verklaart dat een aantal bepalingen van de Belgische corporate governance code evident niet toepasselijk zijn op de Bank.

Alsof het simpele feit om als beursgenoteerde naamloze vennootschaap “opdrachten in het algemeen belang” toegewezen te krijgen, dit op zichzelf een voldoende argument zou zijn om een strikt respect voor de regels van deugdelijk bestuur naast zich te mogen leggen?! Zijn de regels van “deugdelijk bestuur” dan onverenigbaar met “het algemeen belang” ?
Ondanks alle feitelijke vaststellingen durft de Nationale Bank van België, ook met betrekking tot de manier waarop zij meent de regels van deugdelijk bestuur toch te mogen toepassen, het te stellen dat:

De Bank is evenwel van oordeel dat de bestuursstructuur waaraan zij enerzijds door haar organieke wet en haar statuten en anderzijds door de Europese regelgeving is onderworpen, even veeleisend, zo niet op verschillende punten, zoals inzake het toezicht, nog veeleisender is dan de Belgische corporate governance code.

Gelet op haar hoedanigheid van zowel centrale bank als beursgenoteerde vennootschap, beschouwt zij het als haar plicht om zich te onderwerpen aan een verplichting tot ruime informatieverstrekking en om tegenover de gemeenschap verslag uit te brengen van haar activiteiten, ook al is de Belgische corporate governance code niet op haar afgestemd. Het is in die geest dat zij dit corporate
governance charter heeft opgesteld.

De perceptie, altijd van belang bij de Nationale Bank van België.
De “onderwerping aan een verplichting tot ruime informatieverplichting als centrale bank en beursgenoteerde vennootschap” houdt dan in dat men de 50% privé aandeelhouders, ten koste van alles en zelfs in juridische procedures, elke informatie weigert omtrent de componenten en de omvang van het eigen vermogen van de vennootschap … ?
Het meest essentiële, als slechts één enkel voorbeeld, naast zovele andere flagrante inbreuken.

Laat ons in het belang van het goede begrip van de situatie, zoals deze bij de Nationale Bank van België werd gecreëerd (en de manier waarop deze verder kunnen evolueren is), starten met de volgende beschrijving:

  • de Nationale Bank van België werd in 1850 opgericht uitsluitend met privé kapitaal, is beursgenoteerd en heeft sedert 1948 tot op vandaag nog steeds 50 % privé aandeelhouders. De Belgische Staat bezit de andere 50% van de aandelen (en van de vermogensrechten dus),
  • die 50% aandeelhouders hebben een statutair verankerd en onbeperkt vermogensrecht. Voor het bepalen van die rechten moeten zij zich (eveneens statutair bepaald) houden aan de balans en de jaarrekening. De NBB is bij wet verplicht een balans af te leveren welke een waarheidsgetrouw beeld geeft van het vermogen van de vennootschap. De privé aandeelhouders nemen aan dat het bestuur de praktijken uit het verleden niet meer herhaalt, en minstens deze wettelijke verplichting nu toch wel respecteert?
  • De Nationale Bank van België voert al haar taken en opdrachten, en dus zeker ook die in het algemeen belang, uit met het afgescheiden vermogen van de naamloze vennootschap. NIET met het vermogen van die gemeenschap, WEL met het vermogen van een beursgenoteerde vennootschap, waarvan de aandelen de eigendom uitmaken van 50% kleine privé beleggers !!
  • Het is eveneens met dat afgescheiden vermogen dat alle operationele en financiële risico’s, verbonden aan al deze opdrachten in het algemeen belang, worden gedragen !!
  • Het nodige kapitaal wordt verschaft EN de risico’s worden gedragen DOOR DE AANDEELHOUDERS, door de Belgische Staat en de privé aandeelhouders, elk voor de helft !!
  • Daarnaast is de gemeenschap, de Belgische Soevereine Staat, als overheid ook klant van de centrale bank van ons land en heeft diezelfde Soevereine Staat haar centrale bank “de concessie” toegestaan om de bankbiljetten in euro uit te geven (de NBB werd het emissierecht verleend (en deelt dit met de ECB en NCB’s van het ESCB). Dankzij dit emissierecht beschikt de centrale bank over gratis en rente-risicoloze werkmiddelen, over eigen schulden die de bankbiljetten voor de vennootschap zijn),
  • de meerderheidsaandeelhouder van de Nationale Bank van België beschikt over wetgevende macht, en heeft die macht aangewend om de aandeelhouders al hun essentiële rechten en bevoegdheden te ontnemen, waardoor ze hun vermogensrechten zelf niet meer kunnen behartigen en verdedigen. De Algemene Vergadering wordt niet erkend als een orgaan van de vennootschap, alle bevoegdheden werden overgedragen aan de Regentenraad (aan het bestuur van de vennootschap dus).
    (Dit in tegenstelling tot de Banca d’Italia, eveneens een NCB met overwegend privé aandeelhouders, waar die aandeelhouders wel alle essentiële bevoegdheden hebben behouden, n.v.d.r.) …
  • daarnaast heeft de wetgevende meerderheidsaandeelhouder voorzien in “een bijzondere positie voor de Belgische Staat” bij de winstbestemming van de vennootschap. Er werden twee fundamenteel en ten allen tijde te onderscheiden en te respecteren relaties gecreëerd: “de relatie centrale bank – Belgische Soevereine Staat” (die uitsluitend de correcte vergoeding voor het verleende emissierecht zou ontvangen) en “de relatie centrale bank – de Belgische Staat als 50% aandeelhouder” (verschaffers van het kapitaal, dragers van de risico’s, houders van de uiteindelijke vermogensrechten van de vennootschap en gerechtigden van de gerealiseerde en als uitkeerbaar besliste winsten).

De situatie bij de Nationale Bank van België omtrent de rol van de overheid is dus als volgt:

De Belgische Soevereine Staat

Vertegenwoordiger:

de Minister van Financiën

  • Als verstrekker van het emissierecht ontvangt de Belgische Soevereine Staat “het surplus van de seigneuriage” (het aandeel van de NBB in de winst welke het ESCB realiseert uitsluitend over de globale bankbiljettenomloop in euro, zoals het werd bevestigd door het Grondwettelijk Hof)
  • de gemeenschap, is de klant van de NBB .
    Klant van de NBB die als volledig geïntegreerde centrale bank mee “de opdrachten van het ESCB in het algemeen belang” uitvoert.
  • de NBB is verondersteld de uitvoering van deze “opdrachten in het algemeen belang” te financieren met het aandeel in “de seigneuriage” welke de Regentenraad bepaalt dat de vennootschap voor zich kan houden.

De Belgische Staat
50% aandeelhouder van de NBB

Vertegenwoordiger:

de Minister van Financiën

  • als aandeelhouder van de vennootschap stelt de Belgische Staat het eigen vermogen ter beschikking en draagt zij voor 50% mee alle operationele en financiële risico’s, verbonden aan alle taken en opdrachten in het algemeen belang die de NBB (als volledig geïntegreerd onderdeel van het ESCB) uitvoert.
  • De Belgische Staat zou als aandeelhouder van de NBB over geen enkele bevoegdheid beschikken, dus – net als de privé aandeelhouders – ook geen enkele bestuurder (Regent) aan de bestuurderstafel hebben.

De Minister van Financiën

  • De toezichthouder FSMA valt onder zijn rechtstreekse bevoegdheid
  • Heeft wetgevende macht

De Wetgever heeft de “toezichthoudende bevoegdheden” van het FSMA inzake de Nationale Bank van België sterk beperkt.
Zelfs zonder die beperkingen, met veronderstelde volledige bevoegdheden, zal het duidelijk zijn dat een toezichthouder niet altijd even kritisch, onafhankelijk en dwingend zal optreden mocht zijn bevoegd Minister op een bepaalde foute manier te werk gaan bij de beursgenoteerde naamloze vennootschap, wat de NBB toch is …?

Uitsluitend met het doel om de discussie op de juiste manier te kunnen voeren, om de foute situatie bij de Nationale Bank van België eenvoudig te schetsen en correct in te schatten:

Indien er GEEN relatie “centrale bank – Belgische Staat als aandeelhouder” zou bestaan:

Op welke resultaten van “de opdrachten in het algemeen belang” van de NBB, op welke inkomsten en winsten van de centrale bank zou de Minister van Financiën als vertegenwoordiger van de Belgische Soevereine Staat terecht “en in alle redelijkheid” dan aanspraak kunnen maken?

Zonder dat dit anders zou resulteren in een terecht verzet van het bestuur, van de aandeelhouders, van een toezichthouder of een wetgever?

Bij de autonome overheidsbedrijven worden de gevraagde “opdrachten in het algemeen belang” (hun financiële voorwaarden, kostprijs en kwaliteitsvereisten) vastgelegd in duidelijke en controleerbare beheerscontracten.

Wat mag een Belgische Soevereine Staat WEL verwachten als een resultaat van de opdrachten in het algemeen belang van de centrale bank? President Klaas Knot (DNB) illustreert dit:

” Door deel te nemen aan de aankoopoperaties van de ECB kon een financiële crisis worden vermeden en heeft de reële economie liquiditeit kunnen blijven ontvangen, is de impact van de pandemie op de economie hierdoor beperkter gebleven dan zonder de getroffen maatregelen, heeft de economie profijt gehad van het op peil blijven van economische activiteit in het eurogebied als gevolg van de lagere financieringskosten. Ook is de kredietverlening in Nederland en elders in het eurogebied in stand gehouden, mede dankzij herfinancieringsoperaties voor banken tegen een gunstig rentetarief. Daarnaast heeft de overheid door de aankoopoperaties voordeel gehad van lage financieringskosten, al is de mate waarin met de nodige onzekerheid omgeven. “

Klaas Knot in zijn brief aan Minister Kaag schat de uitgespaarde rente voor de Nederlandse Staat (op uitgegeven staatsleningen over 2015-2021 ter grootte van 267 miljard euro) op een bedrag van 28 miljard euro.

Een overeengekomen correcte en eerlijke vergoeding voor het verkregen emissierecht (maximaal het surplus van de seigneuriage, als vergoeding voor de gratis werkmiddelen), op te tellen bij de voorgaande resultaten voor zowel de economie als voor alle burgers. Niet? Niets meer dan dat, toch? Wanneer men geen aandeelhouder zou zijn?

Zou het inderdaad “als evident en de logica zelve” worden ervaren dat een niet-aandeelhouder, dat de Minister van Financiën als vertegenwoordiger van een klant van een beursgenoteerde vennootschap, aanspraak zou maken op alle winsten, resultaat van alle taken en opdrachten van de vennootschap?

Zou het kunnen zijn dat de overheid ook bij onze beursgenoteerde centrale bank lichtjes overdrijft wanneer men stelt dat bij de NBB de regels van goed bestuur “nog veeleisender zijn dan de Belgische corporate governance-code”? Of zou het niet eerder zo zijn:

Dat de Voorzitster van de Regentenraad, de bestuurders en de bevoegde Minister hun rol niet langer begrijpen, niet willen begrijpen of minstens deze niet correct invullen?

OF: is het nog veel erger dan dat ?

En indien er effectief GEEN relatie “centrale bank – Belgische Staat als aandeelhouder” zou bestaan:

WIE zou dan de leden van de raad van bestuur (de Regentenraad) benoemen?

Immers, vertekkende vanuit de actuele toestand kan men enkel tot de volgende logische conclusies komen:

Wanneer men zou aannemen dat ook bij de NBB alle aandeelhouders effectief op dezelfde voet staan, en geen enkele aandeelhouder ook maar enige effectieve bevoegdheid heeft, dan zou het onbetwistbaar de Minister van Financiën als vertegenwoordiger van de Belgische Soevereine Staat zijn die de negen Regenten, de Gouverneur en de (maximaal vijf) directieleden zou aanstellen.
Daarnaast dragen diverse organisaties nog eens samen vijf Regenten voor, er zetelt geen enkele onafhankelijke bestuurder en de aandeelhouders (noch privé, noch de Belgische Staat) hebben ook maar enige vertegenwoordiging.

Men moet dan geloven dat het de klant van de beursgenoteerde naamloze vennootschap is die nagenoeg alle leden van de Raad van Bestuur aanstelt. Dat die als klant bepaalt op welke manier het vermogen van de aandeelhouders zal worden ingezet, welke risico’s en vooral ook hoe groot die risico’s mogen zijn die met dat vermogen (voor 50% toebehorend aan privé aandeelhouders) wordt genomen. Beslissingen kan nemen waardoor zelfs dat volledige vermogen helemaal verloren kan gaan? Wat actueel zelfs geen hypothese meer is …? Zonder als klant zelf ook maar enige inbreng te hebben gedaan noch enig risico te lopen

En dan zou het ook de Minister als klant van de vennootschap zijn die van de Wetgever alle bevoegdheden heeft gekregen om de winsten van de vennootschap te bestemmen. De Regentenraad is immers het bevoegd en verantwoordelijk orgaan voor het reserverings- en het dividendbeleid en bestemt dus alle winsten:

  • niet enkel de winsten afkomstig van “de opdrachten in het algemeen belang”
  • maar ook alle andere winsten afkomstig van alle andere activiteiten van de beursgenoteerde naamloze vennootschap,
  • het is de klant die kan bepalen dat het belang van de vennootschap – en haar aandeelhouders – niet verder moet worden voorop gesteld (en winsten niet – of gedeeltelijk – of bijkomend moeten worden gereserveerd),
  • het is de klant die bepaalt dat de verschaffers van het eigen vermogen geen enkele vergoeding voor het kapitaal zullen ontvangen,
  • het is dan de klant die bepaalt dat ALLE winsten, wat die ook inhouden, AAN DE KLANT ZELF zullen worden overgemaakt ?! Zonder enig mogelijk verzet vanwege de eigenaars van de vennootschap, noch van om het even wie?!

Cfr. de actualiteit omtrent Bpost zou de overheid als klant niet enkel de eventuele winsten verbonden aan de krantbedeling naar zichzelf bestemmen, doch ook alle winsten verbonden aan bv. de (lucratieve) pakjesbezorging?
Bij de NBB zou dus ongeveer 12,5 miljard euro meerwaarden op de goudvoorraad worden gerealiseerd, die dan … ?

Bovendien beslist die Minister, als vertegenwoordiger van die Belgische Soevereine Staat als klant van de NBB, ook nog over:

  • de vergoeding die deze Regenten (zijn bestuursleden) gaan ontvangen,
  • stelt hij “een vertegenwoordiger van de Minister van Financiën” aan, die deelneemt aan elke bijeenkomst van de Raad van Bestuur en alle bevoegdheden heeft om “beslissingen in strijd met de belangen van het Rijk” te schorsen. De Minister bepaalt de vergoeding van zijn vertegenwoordiger.

Het is NIET de klant van de vennootschap die al die vergoedingen voor zijn eigen vertegenwoordigers betaalt, die worden ook NIET betaald door die gemeenschap, doch WEL door … de vennootschap en haar aandeelhouders.
Als welk een shockerend schandaal werd dat beoordeeld … bij Bpost en andere beursgenoteerde “autonome overheidsbedrijven”…!

De beursgenoteerde naamloze vennootschap Nationale Bank van België detacheert ook twee van haar medewerwerkers naar de Minister van Financiën. Het is niet duidelijk in welke van zijn hoedanigheden hij gebruik kan maken van hun deskundigheid, maar het is opnieuw wel de vennootschap die de lonen, betalingen van premies voor groepsverzekeringen en alle andere contractuele voordelen gewoon zelf doorbetaalt.

Een belangrijke klant, die moet je verdienen, elke dag opnieuw! Maar:
Is de Belgische Wetgever omtrent de beursgenoteerde Nationale Bank van België toch niet wat al te ver gegaan in het dienen van “het algemeen belang”?

Tom Van de Voorde
Managing partner en hoofd afdeling Smart Industries (GIMV)

Ook al is het de opinie van o.a. Tom Van de Voorde dat “het kernprobleem van de Nationale Bank van België bij de corporate governance ligt”, kunnen we ook niet voorbij gaan aan:

  • De voorgeschiedenis van de Nationale Bank van België, en de eventuele motieven die een bepaalde strategische werkwijze kunnen verantwoorden, zoals deels vooraf werd aangehaald,
  • de belangrijke overeenstemming, in al zijn aspecten (en ook in de tactische werkwijze), met het dossier Nyrstar,
  • de totale weigering om (als beursgenoteerde centrale bank, zelf toezichthouder) zelfs maar een minimale transparantie te geven omtrent de meest essentiële financiële informatie,
  • de houding vanwege de toezichthouder FSMA, het Parlement, de ECB, en andere ..

Doen besluiten dat het veel erger is dan enkel maar “het niet echt respecteren” van de regels van de Corporate Governance Code.

Het is de Belgische gemeenschap die in zijn geheel voor 50% de aandeelhouder is van de Nationale Bank van België. Wanneer een Minister van Financiën, die als hun vertegenwoordiger toch hun financiële belangen als aandeelhouder moet verdedigen, anno 2023 samen met de 50 % privé minderheidsaandeelhouders moet vaststellen dat de bestuurders van de vennootschap, allen aangesteld door de grootste klant van die vennootschap,

  • niet enkel vele miljarden euro’s eigen vermogen onrechtmatig naar de eigen Schatkist heeft afgeleid,
  • maar nu ook miljardenverliezen aankondigt en waarschuwt voor miljarden buffertekorten,
  • waardoor die aandeelhoudende gemeenschap en de privé aandeelhouders die miljarden euro’s gaan moeten bijpassen,
  • en die raad van bestuur weigert dan ook nog eens elke minimale transparantie omtrent de samenstelling en de inzetbaarheid van miljarden euro’s (al dan niet) eigen vermogen van de vennootschap te geven,
  • maar het enkel die privé aandeelhouders zijn die vele vragen opwerpen en hard protesteren, de Minister van Financiën-aandeelhouder gewoon instemt met elke nieuwe benoeming van bestuurders (en zelfs het mandaat van de Voorzitster van de Regentenraad, toch verantwoordelijk voor deze hele rampzalige situatie, zonder enige kritiek gewoon verlengt) zoals het opnieuw werd voorgesteld door die Minister-klant,
moeten wij dan niet aannemen dat die Ministers als vertegenwoordigers van de aandeelhoudende gemeenschap en van die grootste klant het samen op een akkoordje hebben gegooid? Om heel bewust “een (wan)beleid” te voeren met als enige doel de 50% privé minderheidsaandeelhouders buiten te werken ?!?

De strategische uitwerking van de plannen vertonen een belangrijke overeenstemming met het recente schandaaldossier rond het beursgenoteerde Nyrstar …

De minderheidsaandeelhouders van Nyrstar werden in snelheid genomen, hebben al te lang gerekend op de bescherming van kleine beleggers door de wetgevers en toezichthouders.

Het blijkt dat een dergelijk vertrouwen totaal misplaatst is.

De situatie bij de Nationale Bank van België geeft de kleine beleggers duidelijk nog veel minder reden om vertrouwen te hebben in een onafhankelijk bestuur en toezichthouders, evenmin is het Parlement echt gemotiveerd om een Minister van Financiën (in welk van zijn hoedanigheden dan ook) ter verantwoording te roepen. Het tegendeel lijkt veel eerder het geval te zijn.

Trafigura werd zowel de belangrijkste aandeelhouder van Nrystar (24,42%), als dat die vennootschap tegelijkertijd een belangrijke leverancier, klant en financier van Nrystar werd.
Trafigura had een bepalende macht aan de bestuurderstafel, in het auditcomité en het financieel departement.

Trafigura stuurde bewust aan op de verzwakking van Nyrstar.
Er werden middelen uit de vennootschap gehaald, er werd een liquiditeitscrisis gecreëerd (door als belangrijke klant afgewerkte producten niet tijdig te betalen, door onverantwoord belangrijke kortingen te laten goedkeuren, het niet activeren van een werkkapitaal-faciliteit, als leverancier aan Nyrstar te verkopen boven de geldende marktprijzen..).

Een met belangrijke financiële schulden overladen Nyrstar kwam op die manier in de problemen, er volgde een schuldherschikking die de andere aandeelhouders uit het kapitaal verdreef.
De belangrijke aandeelhouder Trafigura heeft “het bedrijf in een crisissituatie gered”.

De externe revisor heeft zijn rol niet vervuld, en de jaarrekening bevatte belangrijke onduidelijkheden.

De “alarmbelprocedure” werd niet toegepast.

De minderheidsaandeelhouders klaagden het totale gebrek aan transparantie aan.

De beurswaakhond FSMA werd als apathisch beoordeeld in het dossier omtrent Nyrstar.

Trafigura heeft uiteindelijk een bedrijf ver beneden de werkelijke marktwaarde verkregen.

De Belgische Staat heeft 50% van de aandelen van de vennootschap, en bepaalt (in welke hoedanigheid – of volgens welke “onderlinge gemaakte afspraken” – dan ook) de samenstelling van nagenoeg de volledige Regentenraad.
De vennootschap levert haar diensten nagenoeg uitsluitend af aan de Belgische Staat (als gemeenschap van burgers)

Bij de toetreding tot het ESCB heeft de Nationale Bank van België voor miljarden euro’s meerwaarden op haar goudvoorraad gerealiseerd, en zonder verzet noch respect voor de vermogensrechten werden deze meerwaarden overgedragen aan de Belgische Staat.
Sedert 2009 vult de Regentenraad, zonder enige transparantie, het artikel 32 van de Organieke Wet in op een manier waarbij nog eens 5,6 miljard euro jaarwinsten niet aan de financiële buffers werden toegevoegd.

Het werd als “de logica zelve” bevonden dat alle winsten aan de Belgische Staat worden uitgekeerd (omdat de NBB “opdrachten in het algemeen belang mocht uitvoeren”). Het lijk nu opnieuw de logica zelve dat niet die Staat de verliezen van diezelfde opdrachten draagt, doch wel de vennootschap en haar privé aandeelhouders.

Net als Nyrstar werd de NBB nu eveneens in een crisissituatie gestuurd, zullen er kapitaaltekorten volgen en zal het door de aandeelhouders moeten worden gered.
Een “redding” die enkel voor de meerderheidsaandeel-houder tot de mogelijkheden zal behoren?

De opeenvolgende externe revisoren weigeren elke informatie en verantwoording aan de privé aandeelhouders, er werd enkel verslag en verantwoording uitgebracht aan de Regentenraad en aan de Ondernemingsraad.
De externe revisor heeft op geen enkele manier zijn rol vervuld noch zijn verantwoordelijkheid genomen t.o.v. de 50% privé eigenaars.

De houding vanwege de toezichthouder FSMA kan niet worden gezien als “apatisch”, moet worden gezien vanuit de werkelijke bedoelingen van de Belgische Staat met de NBB, en de hiërarchische verhouding van het FSMA t.o.v. die Belgische Staat.
Een problematische situatie van ontbrekende doch noodzakelijke onafhankelijkheid kan niet worden ontkend.

Elke minimale transparantie wordt geweigerd, zelfs in verschillende gerechtelijke procedures wordt al het mogelijke gedaan om elke feitelijke argumentering te ontlopen.

De privé aandeelhouders van de Nationale Bank van België gaan zich NU heel dringend moeten organiseren !!

Om samen voldoende sterk te worden en werkelijk elk mogelijk middel aan te wenden om onze onbetwistbare en evidente rechten te laten respecteren of te herstellen !!

Het volstaat niet langer om in een Corporate Governance Charter te stellen dat “Gelet op haar hoedanigheid van zowel centrale bank als beursgenoteerde vennootschap, beschouwt zij het als haar plicht om zich te onderwerpen aan een verplichting tot ruime informatieverstrekking … ” en dat “de Bank van oordeel is dat de bestuursstructuur even veeleisend, zo niet op verschillende punten, zoals inzake het toezicht, nog veeleisender is dan de Belgische corporate governance code“,
maar tegelijkertijd de privé aandeelhouders elke minimale doch essentiële financiële informatie te blijven weigeren. Dit ondanks de statutaire bepalingen en zelfs in de ernstige financiële situatie waarin men zowel de vennootschap als haar weerloze en onbeschermde privé aandeelhouders heeft doen aanbelanden!

Met de nieuwe brute weigering en afdreiging door vice-gouverneur Vanackere als inleiding tot de algemene vergadering van 15 mei laatstleden heeft het bestuur van de NBB de deur naar de redelijkheid vanwege de privé minderheidsaandeelhouders zelf keihard dicht gesmeten.

De privé aandeelhouders van de Nationale Bank van België wensen GEEN uitkoop door een meerderheidsaandeelhouder (of één of andere alternatieve uitweg). Zij wensen niets anders, niets meer maar ook niets minder, dan een totaal respect voor hun statutair verankerde vermogensrechten, zoals die sedert de oprichting van de vennootschap werden bepaald.
En, wanneer zij uit hun belegging wensen uit te stappen (en wat hun motief of de aanleiding daartoe ook moge zijn) lijkt het normaal te zijn dat zij dat kunnen doen mits realisatie van een correcte waarde van hun investering.

Hoe onverantwoordelijk is de houding van de toezichthouder FSMA om een beursgenoteerde vennootschap niet te verplichten tot een transparante communicatie die “een juiste marktwaardering” moet garanderen?
Zijn ook de andere genoteerde bedrijven dit enkel op het moment van een eventuele kapitaalsoperatie verplicht ?

Na meerdere jaren het kapitaal ter beschikking te hebben gesteld en belangrijke risico’s te hebben genomen, en in dit geval zelfs “het algemeen belang” te hebben gediend, is de verwachting om een exit te kunnen realiseren tegen een juiste waarde toch niets meer dan redelijk ?

Bij de actuele kapitaalsoperatie omtrent het aandeel Exmar blijkt dat alle minderheidsaandeelhouders van elke beursgenoteerde vennootschap, alsook elke beleggingsadviseur of analist het niet meer dan normaal vindt om “de juiste waarde” te mogen ontvangen wanneer men een actief van de hand doet? Wat dat actief ook moge zijn.
Professionals EN beleggers schijnen te verwachten dat een toezichthouder FSMA dit moet kunnen garanderen …

Wanneer analisten en adviseurs het standpunt innemen dat minderheidsaandeelhouders niet in de situatie mogen terechtkomen waarbij ze worden gedwongen om hun belegging van de hand te doen tegen een 30% te lage waarde, WAAROM zou iemand het logisch moeten vinden dat de minderheidsaandeelhouders van de NBB hun aandelen WEL moeten afstaan tegen een 99% te lage waarde ?

Moeten verkopers (maar zeker ook de kopers) niet in staat worden gesteld om ten allen tijde die “juiste waarde” te kunnen bepalen? Minstens?

Echter, noch de Wetgever noch het bestuur van de vennootschap hebben reeds enig initiatief genomen om een exit mogelijk te maken op een andere manier dan via een verkoop van hun aandelen op de beurs van Euronext Brussels.

  • de belangrijkste functie van een beursnotering is om vraag en aanbod in overeenstemming met elkaar te brengen. Verkopers moeten worden samengebracht met potentiële kopers, waarbij de verhandeling van aandelen kan gebeuren tegen (een benadering van) “de eerlijke en juiste waarde”,
  • essentieel om de markt in staat te stellen om tot “die juiste waarde” te komen is transparantie en een waarheidsgetrouwe en volledige financiële communicatie vanwege het bestuur van de vennootschap,
  • wanneer dat bestuur weigert om de meest essentiële financiële informatie (zoals de componenten en de omvang van het eigen vermogen) ter beschikking van de markt te stellen, zelfs het voeren van juridische procedures niet volstaan om deze info te verkrijgen,
  • en daarbovenop dat bestuur dan ook de markt en haar bestaande aandeelhouders nog bedrieglijke informatie aflevert,
  • dan wordt het onmogelijk gemaakt om die juiste waarde en de gelopen risico’s te bepalen.

De privé aandeelhouders van de Nationale Bank van België moeten rekening houden met:

  • een voorgeschiedenis van de Nationale Bank van België: meerdere situaties met enorm belangrijke financiële gevolgen werden telkens “op niet voorbeeldige wijze” opgelost. Ook nu weer zijn de financiële belangen werkelijk belangrijk te noemen, een arrogante en “sui generis” verklaarde NBB staat werkelijk voor niets,
  • het beoogde einddoel van de meerderheidsaandeelhouder: om zonder de normale investering te doen willen beschikken over de rechten over de winsten en het vermogen van de NBB (dit door de nodige belastinggelden aan te wenden om de haar ontbrekende aandelen te verwerven). Of ook: door de prijs zo laag mogelijk te willen houden.
  • de meerderheidsaandeelhouder beschikt bij de uitvoering van de plannen niet enkel over wetgevende macht en over een volledige medewerking van een bestuur waarvan zij volledig elk lid kan bepalen, zijn macht strekt zich uit naar de toezichthouder FSMA en de Europese Centrale Bank. Instellingen die (net zoals de NBB zelf trouwens) beweren om transparantie, waarheidsgetrouwe communicatie en de bescherming van kleine beleggers hoog in het vaandel te dragen. Beide instellingen blijken echter bereid te zijn om weg te kijken van een misdadige situatie, waardoor zij zich in de feiten medeplichtig maken aan deze bankroof (zie meer hierna)
  • Eind vorige eeuw werden activa van de vennootschap verkocht, waarbij belangrijke meerwaarden werden gerealiseerd. Bij de uitkering van deze miljarden euro’s aan eigen vermogen werden de statutair bepaalde vermogensrechten echter niet gerespecteerd,
  • Hoe onwaarschijnlijk ook, maar dit blijft de belangrijkste reden opdat men nog steeds hardnekkig blijft weigeren om eerlijk en transparant te communiceren (zoals dit van elk ander genoteerd bedrijf WEL wordt verwacht).
  • Elke verdere stap op dit totaal foute pad maakt de zaak (en een terugkeer naar deugdelijk bestuur) er echter alleen maar moeilijker op, en zal onvermijdelijk leiden tot belangrijke schadeclaims.
    Het is een utopie te gokken op een snelle en succesvolle finale verdrijving van de privé aandeelhouders uit het kapitaal van de vennootschap tegen een alles behalve correcte en faire waardering, dit door misbruik te willen maken van de actuele onzekere en dramatische financiële omstandigheden (en zonder het werkelijke eigen vermogen te moeten benoemen en het te betrekken in de waardering).

De feiten:

  • de Regentenraad heeft miljardenverliezen aangekondigd, welke zullen resulteren in financiële buffertekorten (eveneens voor miljarden euro’s). Het bestuur moest worden verplicht tot het uitbrengen van marktcommuniqués.
    In deze marktcommuniqués werd het de aandeelhouders onthouden wat de omvang was van het werkelijke eigen vermogen, en wat de impact van de verliezen zou zijn op dat eigen vermogen,
  • in reactie op de marktcommuniqués dumpten in paniek handelende aandeelhouders hun aandelen, zonder zelf volledig en correct te zijn geïnformeerd, en aan een markt die dat ook niet was!
    De beurskoers stortte in elkaar, en is daarna continu verder gedaald tot historische bodemkoersen van zelfs minder dan 500 euro!
  • Op de eerstvolgende algemene vergadering werd gewezen op de tekortkomingen in de financiële communicatie, en werd ook nu weer gevraagd naar totale transparantie en een waarheidsgetrouwe bevestiging van zowel de componenten als de omvang van het eigen vermogen van de vennootschap.
    Ook nu weer werd die essentiële informatie op flagrante wijze geweigerd! Wie het eigen vermogen niet kan bepalen, kan ook de schuldpositie van die vennootschap (en de gelopen risico’s) niet correct inschatten?
  • De aandeelhouders en de markt moeten dus verder met het feit (?) dat “een goud- en deviezenvoorraad van de Belgische Staat” en 12,5 miljard euro verbonden meerwaarden die op de balans van de NBB tot uiting worden gebracht als eigen vermogen, door de NBB (volgens Artikel 9bis) slechts worden aangehouden en beheerd (en deze meerwaarden dus niet de vennootschap en haar aandeelhouders toekomen).

De markt trekt zijn logische (en de enig mogelijke) conclusies, op basis van deze totaal tegenstrijdige en gewoonweg bedrieglijke informatie! Informatie die echter door geen enkele toezichthouder, externe revisor noch door de ECB zelf wordt aangevuld noch gecorrigeerd! En dus voor de waarheid moet worden aanvaard …

Buffertekorten voor miljarden euro’s, miljarden euro’s eigen vermogen die geen eigen vermogen zouden zijn, geen enkele indicatie omtrent de manier waarop aan de problemen zal worden verholpen, … de “ruime informatieverplichtingen” van het bestuur helpen de markt niet echt.

Het eigen vermogen van de Deutsche Bundesbank, gewoon gepubliceerd in het jaarverslag

Schulden van een centrale bank doen er niet toe, tot …
ze er wel toe doen ?!

De Regentenraad van de Nationale Bank van België weigert haar 50% privé aandeelhouders dus elke informatie omtrent:

  • het eigen vermogen van de vennootschap (en dus kunnen ook de schulden en gelopen risico’s niet correct worden ingeschat)
  • de eventuele noodzaak voor de “alarmbelprocedure”: wanneer het nu reeds vaststaat dat de NBB voor meerdere miljarden euro’s aan buffertekorten zal moeten verhelpen, kan het onmogelijk worden verantwoord dat het bestuur van een beursgenoteerde vennootschap geen enkele verantwoordelijkheid neemt om:
    • een procedure op te starten zoals die door de wetgever (toch met een bepaald doel) werd voorzien in het wetboek vennootschappen (de aandeelhouders en de markt in zijn geheel tijdig en correct informeren omtrent de werkelijke financiële toestand en/of de slaagkansen van het vooropgestelde beleid om de continuïteit te verzekeren),
    • of, mocht deze verplichting als gevolg van het Artikel 11 van de Statuten dan al worden verlegd naar het Parlement (Artikel 11: “De ontbinding kan niet plaatshebben dan bij wet”), dat er geen stappen worden gezet om het Parlement op haar verlegde verantwoordelijkheid te wijzen,
    • of nog, indien geen van beiden inderdaad ooit van toepassing kunnen zijn op de Nationale Centrale Bank die deze beursgenoteerde naamloze vennootschap toch is:
      dan moeten de aandeelhouders (vanwege het Parlement of de ECB) de geruststellende schriftelijke garanties voorgelegd krijgen en moeten zij volledig worden gïnformeerd (omtrent de gevolgen van de te verwachten verliezen, welke procedure er zou worden gevolgd om een noodzakelijke kapitaalsinbreng te regelen, op welke manier de bijkomende aandelen zouden worden gewaardeerd, en welke toezichthouder de goedkeuring zou moeten verlenen, …
  • Bij Nyrstar heeft het FSMA een dossier overgemaakt aan het Parket, waarbij het niet respecteren van de wettelijke verplichtingen omtrent de alarmbelprocedure één van de inbreuken uitmaakte. Zonder enige informatie noch duidelijk plan hebben de aandeelhouders van de NBB geen enkele reden om het bestuur op hun woord te geloven dat alles wel in orde zal komen? De goudvoorraad zou immers ook van de Belgische Staat zijn, maar dan “eigenlijk” ook weer niet?

De Regentenraad lijkt ook geen enkel initiatief te gaan nemen om de wetgever te bewegen tot dringend herstellend wetgevend werk, waardoor onterechte negatieve vermogensafdrachten ten laste van de vennootschap eindelijk kunnen worden gestopt. Daarnaast lijkt de Regentenraad ook geen gevolg te gaan geven aan de vraag om een vordering in te stellen op de Belgische Staat, dit ter herstel van het eigen vermogen en voor een bedrag van de ten onrechte afgedragen jaarwinsten. Men lijkt de uitslag van een lopende gerechtelijke procedure te zullen afwachten, en ondertussen het belang van de vennootschap te laten voor wat het is?

Het is niets minder dan een nieuwe bevestiging dat dit bestuur enkel kan blijven zetelen om de fouten uit het verleden toe te dekken, en dat de belangen van de vennootschap totaal ondergeschikt zijn aan de belangen van de meerderheidsaandeelhouder!

WIE ?!?!

Welke onafhankelijke toezichthouder verzekert de kleine beleggers in het aandeel Nationale Bank van België van de beloofde bescherming ??

FSMA NIET !!

  • De toezichthouder FSMA werd bij herhaling geïnformeerd omtrent de problematiek, zowel omtrent de bedrieglijke financiële communicatie als omtrent de manier waarop het bestuur het eigen vermogen van de vennootschap van de vennootschap afleidde naar de schatkist van de meerderheidsaandeelhouder.
  • de duizenden kleine beleggers in het aandeel NBB hadden dringend nood aan de beloofde bescherming, het FSMA heeft deze telkens opnieuw geweigerd. De gevoerde communicatie is uitgegroeid tot een omstandig dossier.
  • Het is pas na de algemene vergadering van 15 mei, na de nieuwe weigering door het bestuur om de aandeelhouders te informeren en na het FSMA te hebben gewezen op de overeenstemming met het dossier Trafigura/Nyrstar (waar het FSMA ook zwaar is tekort geschoten), dat er voor de eerste keer een mogelijke aanzet volgde tot “iets meer dan de eerdere excuses” werd vekregen.
    Ook deze verwachtingen werden gewoonweg (en finaal) de grond ingeboord:

De gevraagde tussenkomsten:

Ook op de eerste drie duidelijke oproepen heeft de toezichthouder FSMA helemaal niet geantwoord.

Enkel de laatste vraag om tussenkomst werd beantwoord als volgt:

Laten wij de synthese maken van dit duidelijke standpunt van de toezichthouder FSMA :

  • het bevoegdheidsdomein van de FSMA inzake de Nationale Bank van België werd “duidelijk” afgebakend (in de feiten niet zo duidelijk, maar FSMA zelf stelt niet bevoegd te zijn. En dus: is er niemand bevoegd ?!)
  • de governance en de bedrijfsvoering van de Nationale Bank van België liggen niet in lijn met die van andere beursgenoteerde vennootschappen, maar de wetgever heeft het zo gewild. De Nationale Bank van België is inzake haar sui generis governance transparant …
  • Inzake het eigen vermogen van de Nationale Bank van België volgt het FSMA het standpunt dat dit inderdaad “voorwetenschap” zou uitmaken. Alleen moeten beleggers blijkbaar pas inzicht krijgen in dat eigen vermogen op het moment dat “een eventuele latere kapitaalverhoging opgelegd door de ECB aan de Nationale Bank van België zich effectief materialiseert”. De FSMA zal dan ook nagaan of alle regels inzake publicatie van voorwetenschap terzake worden gerespecteerd. Voor het ogenblik is dit, naar ons weten, niet aan de orde.
  • Het FSMA vindt het blijkbaar te moeilijk om er zelf even de procedure voor het Grondwettelijk Hof bij te nemen, dit om het rechtmatige handelen van een bestuur te controleren. En zal de uitspraken van de rechtbank afwachten.

Andere genoteerde vennootschappen kunnen hun strenge informatieverplichtingen voortaan wat relativeren: een transparant en waarheidsgetrouw inzicht geven in het eigen vermogen van de vennootschap heeft slecht belang op het moment van een kapitaalstransactie!
De kleine belegger in het aandeel NBB heeft van de toezichthouder FSMA inzake enige bescherming TOTAAL NIKS te verwachten !! De Minister van Financiën, in elk van zijn hoedanigheden, heeft alles perfect onder zijn “sui generis”controle !!

Transparantie ?

Of zal de ECB de beerput bij haar aandeelhouder toegedekt willen houden?

Het mag toch worden verwacht dat men bij de Europese Centrale Bank enigszins de correcte gang van zaken opvolgt bij de volledig geïntegreerde Nationale Centrale Banken van het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB) ?

Omdat het bestuur van de Nationale Bank van België blijft weigeren om op ondubbelzinnige wijze de componenten en de omvang van haar eigen vermogen te benoemen, ondanks de dramatische financiële situatie en verdere vooruitzichten, en de toezichthouder FSMA weigert verantwoordelijkheid te nemen en dus ongestoord laat begaan, werden vragen gesteld aan de Europese Centrale Bank (de ECB).

Moet het niet als “bijzonder” worden beschouwd dat:

  • wanneer, als gevolg van de sterk gewijzigde monetaire omstandigheden, één van de miljoenen Europese burgers vragen stelt omtrent de werking van de Europese Centrale Bank, en deze richt naar een mailadres waarvan men stelt dat men transparant, toegankelijk en begrijpelijk wil zijn voor alle burgers,
  • men (zich excuserend) bevestigt dat er inderdaad “heel wat aanvragen en verzoeken zijn”,
  • men (na heel lang wachten) blijkbaar geïnformeerd is omtrent lopende juridische geschillen, en om die reden die ene burger dus de evidente transparantie en begrijpelijkheid zou weigeren waarop elke andere burger wel recht zou hebben?
  • Ondanks het feit dat er toch maar gewoon vragen werden gesteld omtrent algemene regels, zoals deze ook gelden voor elke andere NCB van het ESCB ?

Eerst 25.000 handtekeningen ?!?

Om een manifest probleem onmiddellijk grondig aan te pakken?

Begin 2020 werd het geprobeerd om de processen van het Parlement te volgen, en hebben wij als burger onze verkozen volksvertegenwoordigers rechtstreeks de vraag voorgelegd om te willen verhelpen aan een werkelijk probleemdossier waarbij de rechten en belangen van zowel een vennootschap als haar duizenden privé beleggers in ernstige mate worden geschaad.

We besparen u hier het onwaarschijnlijke verloop en de details van dit zogenaamde “democratische proces”, geven enkel het (hopelijk) nog niet finale standpunt vanwege het Parlement:

Er werd de Minister van Financiën en de Nationale Bank van België om hun standpunten gevraagd inzake de aangeklaagde feiten. De antwoorden aan het Parlement zijn gewoonweg ontluisterend, en werden zonder ook maar enige verdere behandeling (laat staan een onderzoek) vanwege de Commissie Financiën aanvaard.
Nu kaderend in de problematiek van de “autonome overheidsbedrijven” herhaal ik het advies uit mijn schriftelijk antwoord aan het Parlement:

Zowel het verkregen antwoord van de Minister van Financiën als dat van de Nationale Bank van België komen uit de pen van deze laatste! Onderaan de brief van de Minister wordt gewoonweg vermeld dat men zich voor alle verdere info moet richten tot een door de NBB gedetacheerd (en betaald) medewerker!

Het vertrouwen van de Minister is totaal misplaatst! Het standpunt van een vroeger lid van de Senaat, zoals het hier in de rand wordt vermeld, is meer dan ooit het beste advies welke de burgers aan onze volksvertegenwoordigers kunnen geven. Om dit schandaaldossier ooit op passende wijze en in ieders belang opgelost te krijgen.

Alle hiervoor beschreven feiten maken dat de 50% privé minderheidsaandeelhouders van de Nationale Bank van België geen enkel vertrouwen meer kunnen hebben in “wat altijd de normale gang van zaken” zou moeten zijn wanneer kleine beleggers wel kunnen vertrouwen op een werkelijk onafhankelijk bestuur, op een totaal respect voor elke wet en elke regel van deugdelijk bestuur, op een werkelijk onafhankelijke toezichthouder en externe revisor, op een toeziend en deskundig controlerend parlement, op een kritische “4e macht”, ..

Vandaar de volgende vragen en initiatieven, hopelijk nog tijdig opgeworpen om een passend gevolg te krijgen en nieuwe drama’s als Nyrstar en Arco voor de weerloze kleine beleggers van de Nationale Bank van België alsnog te kunnen vermijden.
Gericht aan alle betrokken partijen, met de verwachting dat elkeen zijn aandeel in de verantwoordelijkheid onderkent, en dringend de passende actie zal nemen.

  • De ECB en elke andere NCB van het ESCB zijn de enige en volkomen eigenaars van hun goudvoorraden. Gezien elke NCB een volledig geïntegreerd onderdeel uitmaakt van het ESCB geldt dit dus ook voor de NBB.
  • De onbeperkte vermogensrechten verbonden aan de beursgenoteerde aandelen van de NBB kunnen niet worden betwist,
  • Er is dus slechts één mogelijk antwoord op de vraag welke bestemming de 12 miljard euro niet gerealiseerde meerwaarden op de goudvoorraad kunnen krijgen op het moment dat ze effectief worden gerealiseerd:
    • via een arbitrage: een boeking in de onbeschikbare reserverekening, behorend tot het eigen vermogen van de vennootschap,
    • op een andere wijze: te bestemmen naar de Beschikbare reserverekening, of als dividend uit te keren aan de aandeelhouders,
    • de enige andere mogelijkheid: de Wetgever legt nogmaals de statutaire bepaalde en grondwettelijke vermogensrechten naast zich, en voert via “lex specialis” ook dan weer een pure onteigening door.

En dus is het aan zowel de Regentenraad, de toezichthouder FSMA en het Parlement om dringend ondubbelzinnige duidelijkheid te scheppen:

Geen enkele actuele bepaling van de Organieke Wet laat het de aandeelhouders (en de markt) toe om andere conclusies te trekken dan deze zoals hiervoor gesteld. En dus moet het Parlement bevestigen:

Bestaat de kans dat de eigenaars van de naamloze vennootschap Nationale Bank van België nogmaals zullen worden onteigend wanneer de meerwaarden op de goudvoorraad effectief worden gerealiseerd ?

In 2009 werd de Organieke Wet aangepast om “het surplus van de seigneuriage voor de Belgische Soevereine Staat te waarborgen. De Regentenraad heeft “de ratio legis van de wet” op haar manier ingevuld, om 5,6 miljard euro winsten te onteigenen.

Na een doorverwijzing vanwege de Raad van State werd er een procedure gestart voor de Nederlandstalige Ondernemingsrechtbank van Brussel.
Wanneer de rechtbank werkelijk recht zal hebben gesproken moet een herstel van het eigen vermogen een logisch gevolg zijn …

Daarnaast zullen de (gewezen) aandeelhouders van de NBB worden opgeroepen om samen schadeclaims op te starten.

Het zal dan aan de rechtbank zijn om “het eigen vermogen volgens de definitie van de ECB” te bepalen, en te beoordelen of de Regentenraad voldoende gegronde reden had om de privé aandeelhouders en de markt in zijn geheel dergelijk belangrijke informatie te weigeren.

Beleggers in het aandeel NBB die:

  • tienduizenden aandelen hebben verkocht tegen koersen die het resultaat zijn van misleidende en bedrieglijke financiële informatie vanwege het bestuur,
  • ofwel de andere die zware koersverliezen lijden maar gegijzeld blijven in hun belegging, omdat (om dezelfde redenen) de markt geen correcte koersvorming mogelijk maakt en een uitstap met realisatie van een juiste waarde hierdoor onmogelijk wordt gemaakt.

zullen dan hun schade verhalen op de verantwoordelijke betrokken partijen. De schadeclaims zijn in uitwerking bij het advocatenkantoor.

De toezichthouder FSMA heeft in ernstige mate gefaald in het dossier Nyrstar/Trafigura. Uiteindelijk werd de opdracht maar opgenomen wanneer de kleine beleggers achter bleven met een total loss.

Indien nodig na een tussenkomst en/of onder druk van het Parlement zal de toezichthouder FSMA alsnog zijn onafhankelijkheid bewijzen en:

  • het bestuur van de NBB dwingen tot een volledige, transparante en waarheidsgetrouwe communicatie,
  • zelf duidelijkheid brengen en/of eisen omtrent de noodzaak van de “alarmbelprocedure”, of een vervangend initiatief vanwege het Parlement (indien “de vereffening bij wet” deze verantwoordelijkheid zou verleggen)
  • haar rol spelen bij de beoordeling van het naar de Belgische Staat afgeleide eigen vermogen, en het gevraagde herstel van dat eigen vermogen ondersteunen.

Sander Loones:

Volksvertegenwoordiger en lid van de Commissie Financiën, tot op vandaag het enige parlementslid welke getuigt van de nodige deskundigheid en verantwoordelijkheidszin om dit problematische dossier, in al zijn verschillende aspecten, correct in te schatten en om het Parlement aan te zetten tot de volgende noodzakelijke stappen.

Van een werkelijk krachtdadige en kritische 4e macht moet veel meer worden verwacht dan wat er tot nu toe werd gepresteerd.

De problematiek rond Bpost en de autonome overheidsbedrijven bewijzen dat de aandacht en de druk vanwege de gespecialiseerde media essentieel zijn om de zaken in de juiste richting te doen bewegen.

Wanneer we toch niet in zo’n land willen leven …